In het nieuwe belastingverdrag met Duitsland geldt een gewijzigde regeling met betrekking tot bestuurdersbeloningen. Dit is een wijziging die nadelig kan uitvallen en waaraan per 1 januari 2017 ook geen ontkomen meer aan is. Het nieuwe belastingverdrag is weliswaar ingegaan vanaf 1 januari 2016, echter kan nog een beroep worden gedaan op de overgangsregeling indien dit gunstiger uitpakt. Met ingang van 1 januari 2017 is dit niet meer mogelijk.
Het oude recht
Onder het oude verdrag werden bestuurders van een rechtspersoon (bijvoorbeeld de bestuurder van een bv/GmbH) op dezelfde wijze behandeld als normale werknemers. Samengevat betaalde je als Nederlander in Duitsland alleen belasting voor zover je in Duitsland werkte, indien je:
- Werkte voor een in Duitsland gevestigde werkgever of
- Je meer dan 183 dagen per kalenderjaar in Duitsland aanwezig bent
Als je in Nederland werkt, betaal je belasting in Nederland. Als je in Duitsland werkt, betaal je dus ook belasting in Nederland, tenzij je meer dan 183 dagen per jaar in Duitsland aanwezig bent of je een Duitse werkgever hebt.
De nieuwe regeling
In het nieuwe verdrag is een specifieke bepaling voor bestuurdersbeloningen opgenomen. Voor zover een beloning voortvloeit uit werkzaamheden als bestuurder van een rechtspersoon, is de belastingheffing voortaan exclusief toegewezen aan het land waar de rechtspersoon is gevestigd. Indien een Nederlander bestuurder is van een Duitse GmbH, is de belastingheffing over het inkomen als bestuurder van de GmbH in beginsel dus exclusief toegewezen aan Duitsland.
Verschillen wetgeving
In de nieuwe wet is het voor de belastingheffing dus niet meer van belang waar de werkzaamheden worden uitgeoefend. Tevens geldt de 183-dagenregeling in principe niet meer. Dit is onder andere relevant voor:
- Een Nederlander die als bestuurder voor een Duitse GmbH werkt en zowel in Nederland als in Duitsland werkzaam is.
- Onder het oude recht in principe belastingheffing in Duitsland voor zover in Duitsland wordt gewerkt en in Nederland voor zover in Nederland wordt gewerkt.
- Onder het nieuwe recht is de belastingheffing exclusief toegewezen aan Duitsland.
- Een Nederlander die bestuurder is bij een bv en in die hoedanigheid ook veel werkzaam is in Duitsland (meer dan 183 dagen aanwezig in Duitsland).
- Onder het oude recht is de belastingheffing aan Duitsland toegewezen voor zover in Duitsland wordt gewerkt.
- Onder het nieuwe recht is de heffing aan Nederland toegewezen.
Bovenstaande heeft mogelijk ingrijpende gevolgen die in kaart gebracht moeten worden. Niet alleen voor het betalen van de primaire belasting in het betreffende land, maar ook voor aftrekposten zoals bijvoorbeeld het recht op hypotheekrenteaftrek of aftrek van alimentatiebetalingen.
Zijn de Duitse en Nederlandse Belastingdienst het met elkaar eens?
Het lijkt een ogenschijnlijk simpele regeling die weliswaar gevolgen heeft voor de belastingheffing, maar wel eenduidig werkt. Helaas is dit niet het geval. Er is namelijk discussie over de omvang van de bestuurdersbeloning.
In de praktijk gaat de Duitse Belastingdienst er doorgaans vanuit dat de volledige beloning van een bestuurder onder de nieuwe wetgeving valt. De Nederlandse Belastingdienst hanteert meer een ‘voor zover principe’. Voor zover het inkomen voortvloeit uit werkzaamheden als (formeel) bestuurder, geldt de nieuwe wetgeving. Voor zover de beloning voortvloeit uit andere werkzaamheden (denk aan werkzaamheden als financieel manager, commercieel manager, technicus, etc.), geldt de normale werknemersregeling. Hierbij geldt dat soms al snel sprake is van andere werkzaamheden, dan de (formeel) bestuurderswerkzaamheden.
Een voorbeeld ter verduidelijking
Een Nederlander is bestuurder bij een Duitse GmbH. Hij werkt voor 60% in Nederland en 40% in Duitsland. Naast het feit dat hij formeel bestuurder is, is hij verantwoordelijk voor de verkoop. Zijn beloning bedraagt € 6.000 bruto per maand. Als je de beloning splitst, vloeit € 1.000 per maand voort uit zijn werkzaamheden als formeel bestuurder en de overige € 5.000 uit zijn verkoopactiviteiten.
Duitsland wil belasting heffen over het volledige inkomen in Duitsland. Nederland wil heffen over € 5.000 x 60% (het Nederlandse deel van zijn commerciële werkzaamheden). Er dreigt daardoor een dubbele heffing over € 3.000 van zijn inkomen.
Verrekeningsmethode
Naast bovenstaande wijzigingen en het gebrek aan afstemming, is er nog iets om rekening mee te houden. Dit betreft de wijze waarop voorkoming van dubbele belastingheffing wordt verleend. Onder het oude verdrag werd voorkoming verleend onder de zogenoemde ‘vrijstellingsmethode’. Er werd niet gekeken naar de werkelijke belastingheffing, maar er werd een evenredig deel van de belasting over het wereldinkomen vrijgesteld. Indien de belastingheffing in het andere land lager was dan het fictief berekende evenredige deel, ontstaat een belastingvoordeel.
In het nieuwe verdrag wordt echter de ‘verrekeningsmethode’ gebruikt. Deze schrijft voor dat het bedrag dat in het andere land als belasting wordt betaald, wordt verrekend met de fictieve belastingheffing in het woonland. Dit betekent dat er in beginsel geen belastingvoordeel meer kan worden behaald bij zogenoemde salary splits.
Naast de wijzigingen met betrekking tot het land van de belastingheffing en de discussie omtrent de invulling daarvan, is er dus ook nog een wijziging in de wijze van voorkoming van dubbele belastingheffing. Gelukkig heeft Nederland een besluit waarin wordt goedgekeurd dat onder voorwaarden de vaak gunstigere vrijstellingsmethode nog steeds kan worden gebruikt. Deze goedkeuring is echter in Duitsland niet bekend, waardoor met name in Duitsland wonende DGA’s een belangrijk belastingvoordeel kunnen gaan mislopen.
Geef een reactie