
Een van de elementen die tijdens de kinderopvangtoeslagaffaire onder de loep is gelegd is de wijze waarop de Raad van State is omgegaan met het evenredigheidsbeginsel zoals dat is opgenomen in onder meer art. 3:4 Awb. Bij het lezen van enkele uitspraken van de Raad van State over de kinderopvangtoeslag vroeg mr. dr. J.J. van den Broek zich af hoe de belastingwetgever en de belastingkamer van de Hoge Raad met soortgelijke vraagstukken in het belastingrecht in het verleden zijn omgegaan. Bestaan er grote verschillen in de toepassing van het evenredigheidsbeginsel door deze beide rechterlijke colleges, die op verschillende administratiefrechtelijke terreinen fungeren als laatste instantie?
Geef een reactie