Heeft een onzakelijke lening geen waarde meer, dan kan het idee ontstaan om de lening kwijt te schelden. Maar pas op! Een kwijtschelding kan leiden tot een belaste dividenduitkering.
Een vennootschap heeft een onzakelijke lening van € 200.000 verstrekt aan de dochter van de dga. De dochter kan de lening inmiddels niet meer terugbetalen. De vennootschap scheldt daarom de lening kwijt. Indien de dochter lening niet meer kan terugbetalen, lijdt de vennootschap een verlies van € 200.000. Omdat sprake is van een onzakelijke lening is het afwaarderingsverlies niet aftrekbaar.
Kwijtschelding onzakelijke lening
Hoewel de Hoge Raad zich nog niet expliciet hierover heeft uitgelaten, is bij kwijtschelding van de waardeloos geworden lening waarschijnlijk sprake van een informele dividenduitkering van € 200.000 door de vennootschap aan de dga. Een dividenduitkering ligt hier op de loer, omdat het verlies een onzakelijke oorsprong heeft (lees: voortkomt uit aandeelhoudersrelatie tussen de vennootschap en de dga). Hierover is de dga dan 25% aanmerkelijkbelangheffing verschuldigd (€ 50.000 derhalve).
Wanneer dividenduitkering?
Om AB-heffing te voorkomen kan het – ingeval van een onzakelijke lening omhoog of opzij – dus onder omstandigheden verstandig zijn om de waardeloos geworden onzakelijke lening in stand te houden.
Betekent dit nu dat de AB-heffing zonder meer kan worden uitgesteld zolang de kwijtschelding achterwege blijft? Dat is maar de vraag. Als we kijken naar de rechtspraak inzake de onzakelijke lening ‘omlaag’, dan is sprake van een kapitaalstorting als vaststaat dat de debiteur niet meer aan zijn aflossingsverplichting zal voldoen. Vooralsnog lijkt de Hoge Raad daarbij uit te gaan van de situatie waarbij de lening wordt kwijtgescholden dan wel de schuldeiser-vennootschap wordt geliquideerd. Maar er moet er rekening mee worden gehouden dat de Hoge Raad dit criterium meer materieel gaat invullen. Belastingplichtingen hebben dan het moment van een dividenduitkering niet meer zelf in de hand. Dat kan natuurlijk tot vervelende situaties leiden. Belastingheffing is namelijk verschuldigd ter zake van een lening die geen waarde meer heeft.
De praktijk is ermee gediend als de Hoge Raad snel uitsluitsel geeft over deze netelige kwestie, net als over de vraag of het verstrekken van een onzakelijke lening in familiesituaties tot een belaste schenking kan leiden.
Meer weten?
Mr. Almer de Beer verzorgt vrijdag 13 april de PE-Pitstop Onzakelijke lening.
Geef een reactie