Tijdens Prinsjesdag 2020 zijn bij de bekendmaking van het Belastingplan geen grote nieuwe btw-wijzigingen bekend gemaakt. Maar dat betekent niet dat er in 2021 voor de btw-ondernemer geen belangrijke zaken zullen wijzigen.
Eerder is in de zomer van 2020 het ‘Wetsvoorstel implementatie richtlijnen elektronische handel’ bekend gemaakt’, die voor vrijwel iedere btw-ondernemer die handel doet met het buitenland gevolgen heeft.
Zo geldt op dit moment dat bij verkopen van goederen aan particulieren in andere EU-landen, waarbij de leverancier zorgt voor het vervoer van de goederen naar het andere EU-land, per EU-land een omzetdrempel bijgehouden moet worden. Tot het moment dat de omzetdrempel overschreden is, is Nederlandse btw verschuldigd op de levering. Zodra de omzet in een jaar de omzetdrempel van het betreffende EU-land overschrijdt, is er btw in het land van de particuliere afnemer verschuldigd. Dit betekent dat de Nederlandse btw-ondernemer in het andere EU-land btw-aangifte moet doen en btw moet afdragen.
Afstandsverkopen
Vanaf 1 juli 2021 wijzigt de regeling afstandsverkopen, en zal vanaf dat moment een drempel gaan gelden van € 10.000 voor alle verkopen aan EU-landen gezamenlijk. Er geldt geen drempel per afzonderlijk EU-land meer. Wanneer in een jaar voor € 10.000 of meer aan verkopen van goederen aan particulieren samen met de verkoop van digitale diensten aan particulieren in andere EU-landen wordt gedaan, dan is btw verschuldigd in het land van de afnemer. Daarbij geldt nog een vereenvoudiging, namelijk dat de btw die in het andere EU-land verschuldigd is, kan worden afgedragen via een éénloketsysteem, zodat registratie in het andere EU-land niet meer nodig is. Dit scheelt administratieve lasten. De EU-landen onderling zorgen er voor dat de btw-betalingen in het juiste EU-land terecht komen.
Let op dat daarbij nog wel de verschillende btw-tarieven van de verschillende EU-landen van toepassing blijven.
Door de relatief lage drempel van € 10.000 zal eerder dan voorheen tw verschuldigd zijn in het land van de afnemer. Het doel hiervan is om tegemoet te komen aan het beginsel van belastingheffing in het land van bestemming.
Dus een vereenvoudiging, maar de nodige moeilijkheden, zoals toepassing verschillende tarieven, blijven.
Andere van belang zijnde wijzigingen:
- De invoervrijstelling bij goederenzendingen van niet meer dan € 22 door ondernemers buiten de EU aan consumenten binnen de EU vervalt. Betreft de goederenzending een waarde van niet meer dan € 150, dan kan de btw over de verkopen worden aangegeven en afgedragen via een éénloketsysteem. Met name voor de consument is dit een voordeel, omdat zij de koopprijs inclusief btw aan de leverancier betalen, en niet achteraf met extra kosten vanwege de btw/invoer worden geconfronteerd.
- Bij de verkoop van goederen via platforms worden de platforms aansprakelijk voor de betalen btw. Het betreft dan goederen die nog niet in de EU zijn ingevoerd en een maximale waarde van € 150 hebben, of de verkoop aan particulieren in de EU door buiten de EU gevestigde ondernemers van goederen die al in de EU zijn.
Voor platforms betekent dit een grote verantwoordelijkheid. Van belang is dat de platforms tijdig nagaan aan welke verplichtingen zijn precies moet voldoen en hoe zij dit administratief in moeten richten om het btw-risico waar mogelijk te beperken.
Conclusie
Hoewel op Prinsjesdag 2020 geen nieuwe btw-veranderingen zijn aangekondigd, verandert er in 2021 toch een aantal belangrijke zaken voor de btw-ondernemer. Met name bij internationale transacties binnen en buiten de EU.
Mr. Carola van Vilsteren is eigenaar van Van Vilsteren BTW advies BV. Zij verzorgt onder meer de Masterclass btw-aangifte op donderdag 17 december 2020
Geef een reactie