Als alternatief voor een B.V. gebruiken we de laatste tijd steeds vaker een commanditaire vennootschap of fonds voor gemene rekening. Beide entiteiten hebben weliswaar geen rechtspersoonlijkheid, maar zijn wel VPB-plichtig. Voor de UBO die echter gesteld is op zijn privacy hebben een C.V. en FGR het grote voordeel dat beide entiteiten geen jaarrekening hoeven te deponeren. Wanneer kiest de adviseur voor een C.V. en wanneer voor een FGR? Wat zijn de praktische verschillen?
FGR biedt meer privacy
Vanuit privacy-overwegingen heeft een FGR de voorkeur. Voor de CV geldt namelijk in tegenstelling tot het FGR wel de verplichting om zich in te schrijven in het Handelsregister. Op grond van een beleidsregel wordt een C.V. namelijk altijd geacht een onderneming uit te oefenen. Daarnaast is straks de UBO van een C.V. publiek bekend via het UBO-register, terwijl er vooralsnog geen registratieplicht geldt voor het FGR. Overigens verwacht ik dat dit in de toekomst wel wordt gelijkgetrokken. In dit verband stel ik me ook telkens de vraag wat belangrijker is: naams-/persoonsanonimisering of vermogensanonimisering. Doorgaans zal dit laatste afdoende zijn voor menig dga en is er geen behoefte aan verdergaande complexiteit. Zowel de C.V. als de FGR voldoen dan.
C.V. minder geschikt voor overgang van box 3 naar box 2
Bij lage rendementen kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om privévermogen van box 3 om te zetten in een aanmerkelijk belang van box 2. Een kapitaalstorting in een B.V. ligt dan voor de hand. Wie echter wil voorkomen dat de buurman via het handelsregister zicht krijgt op de spaarpot, komt uit bij een FGR. Een C.V. is namelijk minder geschikt, aangezien de weg terug alleen maar mogelijk is door een opheffing van de C.V. Art. 4.13 IB 2001 heeft namelijk de omissie dat alleen B.V.’s en FGR’s gestort kapitaal zonder ab-heffing kunnen terugbetalen.
FGR kan niet alleen
Nadeel van een FGR is dat er altijd twee participanten moeten zijn. De belastingdienst ziet de dga en zijn B.V. niet als twee participanten, net zo als participaties bij elkaar worden opgeteld die tot een huwelijksgoederengemeenschap behoren. Een C.V. kan daarentegen met één achterligger worden opgezet wanneer de beherend vennoot een stichting is. Wel kan dan ter voorkoming van het risico van een personele unie de commanditair vennoot niet tevens bestuurder van deze stichting zijn.
Ondernemen in een C.V., beleggen in een FGR
Belangrijkste reden om voor een C.V. te kiezen, is dat de belastingdienst alleen beleggingsvermogen accepteert in een FGR. Hoewel er veel kritiek is op dit standpunt, weigert de fiscus VPB-plicht voor een FGR als holding of wanneer deze een onderneming uitoefent. Een C.V. daarentegen kan wel als topholding fungeren. Na de bedrijfsoverdracht kiezen wij in de praktijk er dan ook vaak voor om het vermogen in twee delen op te knippen: het FGR voor de lange termijnbeleggingen (als effectenportefeuilles, verhuurd OG en vorderingen privé) en de C.V. in te zetten voor actievere investeringen (als informal investing en projectontwikkeling).
Geef een reactie