De tonnageregeling moet het verhuizen van zeescheepvaartondernemingen naar fiscaal aantrekkelijke jurisdicties buiten de EU tegengaan. Essentie van de tonnageregeling is dat de scheepvaartondernemer niet over de werkelijke winst uit de exploitatie van zeeschepen belasting is verschuldigd, maar over een (forfaitaire) grondslag berekend op basis van het vervoerde tonnage. Voor scheepvaartondernemers resulteert het tonnageregime vaak in een forse belastingbesparing. De tonnageregeling is daarom een fiscale steunregeling waarvoor goedkeuring van de EU nodig is.
Zo’n 10 jaar geleden is de regeling uitgebreid met een extra begunstiging van zeer grote schepen, van scheepsmanagementwerkzaamheden en van serviceschepen. Deze uitbreiding vereist nu verlenging met wederom goedkeuring. De Europese Commissie wil deze goedkeuring verlenen mits de tonnageregeling op enkele onderdelen wordt aangescherpt. Daarmee wil de EU vooral bereiken dat meer schepen onder EU/EER-vlag komen te varen.
Voorgestelde wijzigingen
1. Maximering winst uit schepen die in tijd- of reischarter worden gehouden;
Voor het incharteren van schepen gaat gelden dat het tonnage dat niet onder EU/EER vlag vaart, niet meer dan 75% van het totale tonnage beloopt. Een schip in mede-eigendom telt voor het tonnage slechts naar rato van het eigendom mee. Uitzondering op dit laatste is een schip in mede-eigendom, waarvoor het volledige technisch en bemanningsbeheer wordt verricht. Als dat het geval is, mag dit tonnage voor 100% worden meegeteld, ook als het schip in mede-eigendom wordt gehouden.
2. Aanscherping vlagvereiste
In de huidige regeling is enkel voor het schip in mede-eigendom noodzakelijk dat dit schip een vlag van de EU/EER voert. En ook daarop zijn nog enkele uitzonderingen. Dit leidt er toe dat er rederijen zijn die de tonnageregeling gebruiken zonder één schip onder EU/EER vlag. Nu wordt vereist dat voor nieuw aan de vloot toe te voegen schepen altijd moet worden getoetst of ten minste één schip in de vloot de EU/EER vlag voert. Daarnaast gaat het vlagvereiste ook gelden voor scheepsmanagementwerkzaamheden, waar dit voorheen niet gold.
3. Begrenzing winst behaald met andere werkzaamheden dan vervoer van zaken/personen in het internationale verkeer.
Niet-vervoerswerkzaamheden kunnen ook onder de gunstige tonnageregeling vallen. Denk aan het in eigen beheer laden en lossen van een eigen of gecharterd schip, of het aanbieden van allerlei vertier op een cruiseschip (dit is naar mijn mening een beetje vergezocht vanwege het beperkte financiële belang). Als de winst op deze andersoortige activiteiten meer dan 50% van de totale winst zou belopen, is het meerdere gewoon belast.
Gevolgen scheepvaartondernemers
Dat er vanuit de EU meer druk komt om schepen onder EU/EER vlag te brengen valt begrip voor op te brengen. Volgens het kabinet is de impact van de voorgestelde wijzigingen voor de praktijk beperkt. Dat laatste is nog maar de vraag. Zeker het aanscherpen van het vlagvereiste zal voor een aantal scheepsmanagementbedrijven kunnen betekenen dat zij geen gebruik meer kunnen maken van de tonnageregeling, indien zij uitsluitend voor schepen optreden zonder EU/EER vlag. De geldende uitzonderingen dienen echter nauwgezet te worden beoordeeld op toepasbaarheid.
Theo Ostermann is belastingadviseur bij Grant Thornton, vestiging Rotterdam.
Geef een reactie