In een vernietigend en goed doortimmerd oordeel van het Hof Den Bosch worden alle aan mijn cliënten – als erfgenamen – opgelegde aanslagen vernietigd wegens onrechtmatig verkregen bewijs. Deze langslepende en roemruchte tipgeverszaak heeft na jaren van procederen, de climax gekregen die het verdient.
Het hof geeft in zijn uitspraak uitgebreid inzicht in zijn gedachtegang bij de vraag of door de Belastingdienst van een geheime tipgever gestolen informatie mag worden gebruikt ter onderbouwing van aanslagen of niet. Alles afwegende komt het hof mijns inziens tot de terechte conclusie dat dit niet kan omdat de Belastingdienst geen enkel inzicht heeft willen geven in de belangenafweging die terzake heeft plaatsgevonden. Ten overvloede overweegt het hof ook nog dat een integrale proceskostenvergoeding gerechtvaardigd is omdat de inspecteur en de landsadvocaat de waarheidsvinding hebben belemmerd. Naar mijn overtuiging is met dit oordeel, mede in het licht van recente rechtspraak van de Hoge Raad over anonieme getuigen, een dikke streep gezet door deals met tipgevers. De Belastingdienst zal in de toekomst volledige transparantie moeten betrachten over de voorwaarden en de tipgever zal op zijn beurt op niet anonieme wijze verantwoording moet afleggen over het bewijsmateriaal en de verkrijging daarvan. Maar welke tipgever zal zich nu nog melden als anonimiteit niet meer mogelijk is?
Premiejagers
Het hof gaat in zijn oordeel niet in op een aantal andere pikante details die in deze procedure naar voren zijn gekomen. Zo is vast komen te staan dat het initiatief van de tipgever om met de belastingdienst te gaan praten voortkwam uit het feit dat hij zelf als vermeende zwartspaarder was aangeschreven. Het hof spreekt ook een bewijsvermoeden uit dat de tipgever zelf een zwartspaarder was, zonder daar in zijn eindoordeel conclusies aan te verbinden. Deze vaststelling staat op zeer gespannen voet met diverse verklaringen onder ede van belastingambtenaren dat de tipgever zich spontaan had gemeld. Ook is vast komen te staan dat de gestolen gegevens geen incident waren maar dat de tipgever bij meerdere werkgevers zich wederrechtelijk vertrouwelijke bankinformatie van verschillende banken had toegeëigend. Wat de conclusie rechtvaardigt dat het hier ging om een premiejager die het puur om geld te doen was. Dat is lijnrecht in strijd met uitlatingen van de staatssecretaris dat er sprake was van een gewetensbezwaarde en dat de Belastingdienst juist nooit zaken zou doen met premiejagers.
De belastingdienst onthoudt zich op dit moment van commentaar anders dan dat men de zaak bestudeert en overweegt cassatie in te stellen. Misschien is het goed dat deze of gene bij de Belastingdienst eens in de spiegel kijkt en zich realiseert dat men de kwestie beter kan laten rusten. De rechtsstaat is al voldoende schade toegebracht.
Geef een reactie