Het Europese Hof heeft op 27 juni 2019 geoordeeld dat de medische BTW-vrijstelling niet afhankelijk mag worden gesteld van de vraag of het beroep wettelijke erkend is.
Op grond van de Belgische wetgeving werden onder meer chiropractors en osteopaten uitgesloten van toepassing van de medische BTW-vrijstelling. Volgens het Europese Hof kan dat niet. Meer hierover op ‘België moet btw-vrijstelling medici ruimer toepassen’. Dat België een verschil in BTW-tarief maakt tussen geneesmiddelen en medische hulpmiddelen die worden verstrekt in verband met een ingreep of behandeling met een therapeutisch karakter enerzijds en geneesmiddelen en medische hulpmiddelen die worden in verband met een ingreep of behandeling met een louter esthetisch karakter anderzijds, is volgens het Europese Hof wel toegestaan.
Situatie in Nederland
In Nederland zijn diensten die zien op de gezondheidskundige verzorging van de mens vrijgesteld van BTW. Van een gezondheidskundige dienst is sprake als het voornaamste doel van de (para) medische handeling de bescherming, de instandhouding of herstel van de gezondheid van de mens is. Uitgangspunt is dat de ondernemer die de dienst verricht beschikt over een BIG-registratie, zodat de BTW-vrijstelling kan worden toegepast als aan de andere voorwaarden is voldaan. Door rechterlijke uitspraken van Nederlandse rechters bleek eerder al dat Nederland de BTW-vrijstelling voor medische diensten te beperkt uitlegde. Hierdoor heeft de Staatssecretaris in een Besluit vastgelegd dat onder voorwaarden ook andere medische diensten, onder de BTW-vrijstelling voor medische diensten kunnen vallen. Chiropractors en osteopaten in Nederland konden daardoor vanaf 2016 zal aanspraak maken op de medische BTW-vrijstelling. De zienswijze van de Nederlandse rechter wordt nu bevestigd door het Europese Hof, waaruit blijkt dat de BTW-vrijstelling voor medische diensten inderdaad niet voorbehouden mag blijven voor ondernemers met een BIG-registratie.
Voorwaarden
In Nederland vallen onder de medische BTW-vrijstelling op basis van eerder genoemd besluit onder voorwaarden de handelingen van een niet-Wet BIG-beroepsbeoefenaar en een Wet BIG-beroepsbeoefenaar die buiten zijn of haar deskundigheidsgebied handelt. Eén van de voorwaarden is dat de dienst die geleverd wordt een gezondheidskundige dienst is die van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau is als een gezondheidskundige dienst geleverd door een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar. Hiervoor moet de beroepsbeoefenaar een relevante gezondheidskundige Hbo-opleiding hebben voltooid en beschikken over aantoonbare medische of psychosociale basiskennis (MBK of PSBK).
Conclusie
Zoals de rechter in Nederland al eerder had geoordeeld, mag volgens het Europese Hof de medische BTW-vrijstelling niet afhangen van de wettelijke registratie, zoals een BIG-registratie. In Nederland was de wetgeving hier al op aangepast door het Besluit van de Staatssecretaris. Ook niet-wettelijk erkende beroepen kunnen de medische BTW-vrijstelling toepassen als zij aan de overige voorwaarden voldoen, en gezondheidskundige diensten aan individuele personen leveren.
Meer weten?
Volg dan de Leergang BTW met onder andere mr. Carola van Vilsteren, prof. dr. Herman van Kesteren, mr. drs. Wilbert Nieuwenhuizen en prof. dr. René van der Paardt.
Geef een reactie