Sluit een verhuurovereenkomst langdurige verhuur niet uit, terwijl verder alles erop wijst dat de partijen alleen kortdurend willen verhuren? Dan geldt dat alleen sprake is van kortdurende verhuur en eventueel aftrek van voorbelasting.
In een zaak voor Rechtbank Noord-Holland exploiteerde een bv diverse onroerende zaken. Tot deze onroerende zaken behoorde ook een pand dat bij aankoop uit drie appartementen bestond. De bv liet het pand in 2012 en 2013 verbouwen tot acht appartementen. In 2013 onderhandelde de bv met een ander bedrijf over de uitbesteding van de gemeubileerde verhuur van de appartementen. De bv verwachtte een short-stay vergunning te krijgen. Dat betekende dat het was toegestaan de appartementen gemeubileerd te verhuren voor maximaal zes maanden. Op 1 oktober 2013 ondertekenden de bv en het bedrijf een huurovereenkomst voor vijf jaar. De huur vond volgens de bv belast plaats, zodat zij voorbelasting wilde aftrekken. Maar de inspecteur stelde dat sprake was van btw-vrijgestelde verhuur. Hij legde daarom de bv naheffingsaanslagen omzetbelasting op. De bv stapt daarop naar de rechtbank.
Bedoeling partijen was duidelijk
De rechtbank overweegt dat de partijen het erover eens zijn dat ook de verhuur aan een tussenpersoon die de appartementen voor eigen rekening doorverhuurt aan eindgebruikers btw-belast kan zijn. Dan moet echter sprake zijn van kortdurende verhuur. Op grond van de tekst van de huurovereenkomst is echter langere verhuur ook mogelijk. Maar de bv stelt dat het desbetreffende tekstfragment berust op een misslag. De rechtbank is het met de bv eens dat de bedoeling tussen haar en het bedrijf duidelijk was. Zij streefden naar kortdurende verhuur. Dat blijkt uit hun gesprekken over de vergunning. Na het ondertekenen heeft de bv bovendien het bedrijf nadrukkelijk erop gewezen de appartementen conform de vergunningsvoorwaarden te verhuren. Dit is ook daadwerkelijk gebeurd. Bovendien blijkt uit brieven van de bv naar de gemeente dat zij al voor de verbouwing het voornemen had om kortdurend te verhuren. Het beroep van de bv is gegrond.
Geef een reactie