Ook als een perceel en een bouwrecht van twee verschillende ondernemers komen, kan sprake kan zijn van de levering van een bouwterrein.
Een man was mede-eigenaar van een perceel dat hij gedurende ruim vier jaar verhuurde aan een derde. Toen de man heen deel van het perceel verkocht aan een ander, raakte hij in geschil met de fiscus over de btw-heffing over deze levering. De man stelt ten eerste dat hij geen btw-ondernemer is. Rechtbank Den Haag wijst dat standpunt echter af. De exploitatie van een vermogensbestanddeel om er duurzame opbrengst mee te behalen is ook een vorm van btw-ondernemerschap. Vanwege de lange duur van de verhuur was de exploitatie voldoende duurzaam. Dat de man van plan was om het perceel te verkopen, doet daar niet aan af.
Bouwterrein
Vervolgens probeert de man te stellen dat de levering van het perceel is vrijgesteld. Maar de verkoopovereenkomst vermeldt duidelijk dat het perceel is bestemd voor de bouw van een woonhuis. Hoewel de koper van het perceel het bouwrecht verkreeg van een vof, is nog steeds sprake van een levering van een bouwterrein. Deze levering is dus belast met btw.
Wet: art. 7, tweede lid, onderdeel b en 11, eerste lid, onderdeel a sub 1° en zesde lid Wet OB 1968
Bron: Rechtbank Den Haag 10 januari 2020 (gepubliceerd 6 maart 2020), ECLI:NL:RBDHA:2020:492, SGR 19/01641
Geef een reactie