Voordat Nederland reparaties van huishoudapparaten onder het verlaagd btw-tarief brengt, zal eerst nader onderzoek nodig zijn.
Sinds de inwerkingtreding van de Btw-tarievenrichtlijn op 6 april 2022 mogen EU-lidstaten ook een verlaagd btw-tarief toepassen op de reparatie van huishoudapparaten. Van deze mogelijkheid maakt Nederland nu geen gebruik. De Tweede Kamer heeft de regering gevraagd om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om het verlaagd btw-tarief voor meer reparatiediensten te laten gelden. De staatssecretaris stelt dat de reparatie van huishoudapparaten niet zomaar onder het verlaagd btw-tarief is te brengen. Het is nodig om eerst te zoeken naar een eenduidige, juridisch houdbare en uitvoerbare definitie van het begrip ‘huishoudapparaten’. De richtlijn definieert namelijk niet expliciet wat onder het begrip ‘huishoudapparaten’ valt. Zonder een duidelijke definitie ontstaat er rechtsonzekerheid voor belastingplichtigen en een aanzienlijke uitvoeringslast voor de Belastingdienst vanwege onder meer vooroverleg en procedures.
Evaluatie bestaande verlaagde btw-tarieven
Uit een evaluatie van bestaande verlaagde btw-tarieven blijkt dat het verlaagde btw-tarief deels doeltreffend is. Maar over het algemeen is het geen doelmatig instrument om de beoogde doelen te bereiken. Een reden daarvoor is onder andere dat ondernemers niet verplicht kunnen worden om een btw-verlaging door te berekenen in hun consumentenprijzen. Uit onderzoek blijkt dat zij dit wisselend doen. Als ondernemer de btw-verlaging al (deels) doorberekent in de consumentprijzen, komt deze prijsverlaging in de meeste gevallen vooral ten goede aan de hogere inkomens. Voor deze afnemers vormt de prijs van een goed of dienst doorgaans geen belemmering voor de aanschaf ervan. De onderzoekers raden daarom aan om meer doelmatige beleidsinstrumenten te overwegen.
Volgend kabinet beslist
Met betrekking tot de verlaagde btw-tarieven vindt het demissionaire kabinet dat het aan een volgend kabinet is om te besluiten welke vervolgstappen het neemt naar aanleiding van de evaluatie. Het is voorts aan een volgend kabinet om gegeven de uitkomst van de evaluatie te bepalen of gebruikmaking van het verlaagd btw-tarief voor nieuwe (categorieën) goederen en/of diensten beleidsmatig in de rede ligt.
Wet: art. 9, tweede lid, onderdeel a Wet OB 1968
Bron: ministerie van Financiën 11 juni 2024, 2024-0000341509
Geef een reactie