Ook al wil de koper van een perceel grond daarop zijn eigen woning bouwen, de verkrijging van het perceel zelf valt onder het normale tarief van de overdrachtsbelasting.
Een man koopt in maart 2023 een perceel grond van zijn ouders. Zijn intentie is om een eigen woning op dit perceel te laten bouwen. Daarom meent de man dat de verkrijging van dit perceel belast is met 2% overdrachtsbelasting. Maar de inspecteur stelt dat de verkrijging is belast tegen het standaardtarief van 10,4%. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt het perceel niet als een woning valt te zien volgens de wetsgeschiedenis en rechtspraak. Daardoor is in deze zaak het verlaagde tarief niet van toepassing. De Belastingdienst heeft terecht het tarief van 10,4% gehanteerd.
Ook menselijke maat moet binnen de wet blijven
De man voert nog aan dat de heffing een inbreuk maakt op zijn recht op ongestoord genot van eigendom en pleite voor toepassing van de menselijke maat. De rechtbank wijst dit verzoek af. Immers ook de menselijke maat moet binnen de kaders van de wet blijven. De wetgever heeft bewust grond bestemd voor woningbouw uitgesloten van het begrip ‘woning’ om een objectief en uitvoerbaar criterium te hanteren. De rechtbank ziet de belastingdruk evenmin als een onevenredige last, omdat de man niet heeft aangetoond dat sprake is van bijzondere omstandigheden die een buitensporige last veroorzaken.
Protocol: art. 1 EP EVRM
Wet: art. 8 en 14, eerste en tweede lid WBRV
Masterclass Overdrachtsbelasting
Tijdens deze masterclass besteedt specialist prof. dr. René van der Paardt aandacht aan de tariefswijziging, de heffingsmaatstaf en erfpacht. Daarnaast komt de vrijstelling bij samenloop met de btw aan de orde en de jurisprudentie inzake vervaardigen van nieuw onroerend goed. De heffing bij transacties met aandelen van een onroerende zaak rechtspersoon wordt vervolgens behandeld en ten slotte wordt er ingegaan op de heffing van overdrachtsbelasting bij besloten en open beleggingsfondsen.
Geef een reactie