Vereisen de statuten van een bv dat minimaal twee derde van de stemmen een bestuursbesluit goedkeurt? Dan vormt deze bv geen fiscale eenheid voor de omzetbelasting met een aandeelhouder die maar 51 procent van de aandelen houdt.
Begrip FE btw
De belastingplichtige voor de omzetbelasting is de btw-ondernemer. Daarbij kunnen twee of meer natuurlijke personen, lichamen of combinaties daarvan tellen als één btw-ondernemer. In dat geval is sprake van een zogeheten fiscale eenheid voor de btw (FE btw). Terwijl de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting optioneel is, geldt dat niet voor de FE btw. Zodra aan de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen twee of meer (rechts)personen verplicht een FE btw:
- De natuurlijke personen of lichamen kwalificeren als btw-ondernemers.
- Deze btw-ondernemers wonen of zijn gevestigd in Nederland of hebben in Nederland een vaste inrichting.
- De btw-ondernemers zijn in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zo met elkaar verweven, dat zij een eenheid vormen.
Financiële verwevenheid
Aandelenvennootschappen zijn financieel met elkaar verweven als de meerderheid van de aandelen en de zeggenschap in elk van die vennootschappen (in)direct in dezelfde handen is. Lichamen waarvan het kapitaal niet is verdeeld in aandelen, zijn financieel met elkaar verweven als de financiële positie en/of de financiële gedragingen van het ene lichaam rechtstreeks afhankelijk zijn van of van invloed zijn op de financiële positie van het andere lichaam. Deze situatie doet zich voor als het ene lichaam een mate van zeggenschap heeft in het andere lichaam die minstens zo groot is als die van een meerderheidsaandeelhouder in een bv of nv. Bovendien moet dat ene lichaam met zijn zeggenschap de financiële posities tussen beide lichamen in een gewenste onderlinge verhouding kan brengen. Overigens meent Rechtbank-Zeeland-West-Brabant dat deze laatste eis alleen geldt voor lichamen zonder in aandelen verdeeld kapitaal.
Organisatorische verwevenheid
Vennootschappen zijn verweven in organisatorisch opzicht als zij onder een gezamenlijke, althans als een eenheid functionerende, leiding staan. Of als de leiding van de ene vennootschap feitelijk ondergeschikt is aan de leiding van een andere vennootschap. Het is niet voldoende als uitsluitend de statuten die ondergeschiktheid bepalen. De feiten en omstandigheden moeten de ondergeschiktheid onderbouwen. Het is wel zo dat men van organisatorische verwevenheid mag uitgaan als bij statutaire ondergeschiktheid dezelfde personen de betrokken lichamen besturen. Het leveren van tegenbewijs blijft echter mogelijk.
Economische verwevenheid
In de volgende drie gevallen is sprake van economische verwevenheid:
- De activiteiten van de deelnemers strekken voor 50 procent of meer tot verwezenlijking van hetzelfde economisch doel.
- De ene ondernemer oefent zijn activiteiten voor minstens 50 procent uit ten behoeve van de andere ondernemer.
- Tussen de financieel en organisatorisch verweven ondernemers bestaan onderlinge economische betrekkingen die niet-verwaarloosbaar zijn.
Andere aandeelhouder verhindert ondergeschiktheid
In een zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant hadden een ziekenhuis en een schoonmaakbedrijf samen een joint venture bv opgericht. Deze bv leverde tegen vergoeding schoonmaakdiensten aan het ziekenhuis. Het ziekenhuis hield 51 procent van de aandelen in de bv, het schoonmaakbedrijf de overige 49 procent. Het ziekenhuis en de joint venture bv menen een FE btw te vormen. Zowel de inspecteur als de rechtbank is het daar niet mee eens. In deze situatie ontbreekt de organisatorische verwevenheid. Het ziekenhuis heeft welk enige instructiebevoegdheid, maar dat is onvoldoende. Op grond van de statuten is namelijk voor een bestuursbesluit een meerderheid van twee derde van de stemmen nodig. Dat betekent dat het ziekenhuis afhankelijk is van de medewerking van het schoonmaakbedrijf. En dus is de bv onvoldoende ondergeschikt aan het ziekenhuis.
Beschikking FE btw
Strikt genomen gaat een FE btw in op moment dat de ondernemers materieel gezien voldoen aan de voorwaarden. Zij mogen vanaf dat moment ook als zodanig handelen. Maar als zij dat niet doen, mag de Belastingdienst hen dat niet tegenwerpen. Als de inspecteur zulke handelingen wil kunnen afdwingen, zal hij een beschikking FE btw moeten afgeven. Vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de fiscus de beschikking heeft afgegeven, moeten de btw-ondernemers als FE btw handelen. Overigens kan men in bezwaar en beroep gaan tegen een beschikking FE btw.
Begin, wijziging en einde van FE btw
Op het moment dat een FE btw tot stand komt, treedt deze FE btw in de plaats van de btw-ondernemers waaruit zij bestaat. De FE btw neemt bijvoorbeeld de herzieningstermijnen over van de participerende btw-ondernemers. Ook bij de toetreding van een natuurlijk persoon of een lichaam tot de FE btw neemt de uitgebreide FE btw de omzetbelastingpositie van de toetreder over. Als niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van de FE btw, eindigt zij van rechtswege. De natuurlijke personen en lichamen waaruit de FE btw bestond, treden voor het aandeel dat tot hun bedrijfsvermogen behoort in de plaats van de FE btw. Als een natuurlijk persoon of lichaam de FE btw verlaat, heeft dat een vergelijkbaar effect. Melden de btw-ondernemers het einde van de FE btw niet aan de Belastingdienst? Dan blijven zij hoofdelijk aansprakelijk voor de omzetbelastingschulden van de FE btw.
Wet: art. 43, eerste lid IW 1990 en art. 7, vierde lid Wet OB 1968
Beschikking: art. 3a Uitv.besch. OB
Geef een reactie