De bedrijfsopvolgingsregeling in de overdrachtsbelasting geldt uitsluitend voor overdrachten in familieverband en niet tussen rechtspersonen. De Hoge Raad heeft dit zonder nadere motivering bevestigd.
Een man had in 1996 zijn onderneming, een detailhandel in foto en video, in een holding ingebracht. De holding had vervolgens twee andere bv’s, een vastgoed-bv en een werk-bv) opgericht. De feitelijke onderneming was ondergebracht in de werk-bv. De winkelruimte van waaruit de verkoop plaatsvond, was ondergebracht in de vastgoed-bv. De vastgoed-bv verhuurde de winkel aan de werk-bv. De bv van de schoonzoon van de man had in 2002 40% van de aandelen in de werk-bv overgenomen. In 2007 nam de bv de resterende 60% van de aandelen in de werk-bv over. De bv kocht in 2017 het appartementsrecht van de winkelruimte van de vastgoed-bv voor € 718.000. Daarbij voldeed de bv ruim € 43.000 aan overdrachtsbelasting. In geschil is of voor de verkrijging van het appartementsrecht door de bv de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de overdrachtsbelasting van toepassing is.
Facilitering van overdracht binnen familie
Hof Den Haag (NTFR 2021/2170), heeft geoordeeld dat rechtspersonen geen beroep kunnen doen op de eerder vermelde BOR. Alleen natuurlijke personen tussen wie een bepaalde (bloed)verwantschap bestaat, kunnen de vrijstelling benutten. De bv bepleit een rechtsvormneutrale uitleg van de voornoemde bepaling. Maar het hof volgt deze uitleg niet, gelet op doel en strekking van de vrijstelling. De vrijstelling was al opgenomen in de Registratiewet 1917, de voorganger van de Wet belastingen van rechtsverkeer opgenomen. De vrijstelling had toen als doel en strekking om de overdracht van een lopende onderneming, waartoe een onroerende zaak behoort die daaraan dienstbaar is, tussen (bloed)verwanten te faciliteren.
Uitbreiding vrijstelling met rechtspersonen gaat te ver
Deze maatregel stimuleert bovendien dat men de onderneming als geheel overdraagt en voortzet. Met deze maatregel stimuleert ook dat de onroerende zaak bij de onderneming blijft behoren en daaraan dienstbaar blijft. Het bij elkaar houden van bedrijfsgerelateerd familiebezit wordt op deze wijze niet fiscaal onnodig bezwaard. Een overdracht van een enkele onroerende zaak tussen twee rechtspersonen is feitelijk en rechtens een geheel andere situatie. Men zou de vrijstelling te ver oprekken door ook deze andere situatie binnen de reikwijdte te brengen. De bv ging vervolgens in cassatie tegen de hofuitspraak. Maar de Hoge Raad heeft het ingestelde cassatieberoep ongegrond verklaard zonder nadere motivering.
Wet: art. 15, eerste lid, onderdeel b WBRV
Bron: Hoge Raad 24 maart 2022 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:643, 21/02468
Verdiepingscursus Bedrijfsoverdracht DGA
Opvolging in het (familie)bedrijf is een ingrijpend proces, niet alleen emotioneel maar ook zakelijk en financieel. De fiscaliteit rondom dit thema is niet eenvoudig en volop in beweging. De cursus is gericht op advisering van DGA’s en is bedoeld om de basiskennis verder uit te diepen. Hierbij zal worden ingezoomd op de belangrijkste thema’s, zodat deelnemers adviesmogelijkheden en risico’s leren onderkennen.
Geef een reactie