In principe is het aan te raden om bij een faillissementsprocedure van een afnemer schuldvorderingen op die afnemer in te dienen. Wie dit verzuimt, maar aannemelijk maakt dat zijn vordering toch oninbaar zou zijn, behoudt zijn recht op btw-teruggaaf.
Zodra een ondernemer op een factuur btw in rekening brengt aan zijn afnemer, moet hij deze ook afdragen. Het is niet zo dat de ondernemer kan wachten met btw afdragen totdat zijn afnemer betaalt. Het komt daardoor in de praktijk vaak voor dat enige tijd zit tussen de afdracht van btw en de ontvangst van het btw-bedrag in de betaling van de afnemer.
Recht op aftrek bij niet-betaling
Als de afnemer de factuur niet of niet betaalt, heeft de ondernemer recht op een teruggaaf van btw. De btw moet immers drukken op de (eind)afnemer, niet op de ondernemer. Als de afnemer de factuur voor een deel betaalt, heeft de ondernemer recht op een gedeeltelijke teruggaaf. Dit deel komt overeen met het deel van de btw over het niet-ontvangen factuurbedrag.
Ontstaan recht op teruggaaf
Het recht op teruggaaf ontstaat in principe op het tijdstip waarop vast komt te staan dat de afnemer de factuur niet meer (volledig) zal betalen. Dit moment kan heel duidelijk zijn, bijvoorbeeld in het geval van een annulering, verbreking of ontbinding van de leveringsovereenkomst. Sinds 1 januari 2017 kan de ondernemer in ieder geval om een teruggaaf vanwege het niet-betalen van de afnemer vragen als na een jaar na het opeisbaar worden van de vordering nog geen betaling heeft plaatsgevonden. Mocht de afnemer op een later tijdstip alsnog het factuurbedrag betalen, moet de ondernemer de btw op die betaling afdragen.
Ander betaalt
In de volgende gevallen komt het recht op teruggaaf te vervallen voor zover een ander dan de afnemer de factuur betaalt:
Faillissement
Stel nu dat de afnemer van een ondernemer in een faillissement belandt, maar dat de ondernemer zijn schuldvordering niet indient in de faillissementsprocedure. De ondernemer kan echter aannemelijk maken dat zijn schuldvordering evenmin inbaar was als hij zijn schuldvordering wel had ingediend. In dat geval mag de fiscus van het Hof van Justitie van de EU de btw-teruggaaf niet weigeren.
Realiseren teruggaaf
De ondernemer trekt het bedrag van de teruggaaf af in zijn aangifte omzetbelasting voor het tijdvak waarin het recht op teruggaaf is ontstaan. Als een ondernemer een onbetaalde vordering op een afnemer overneemt van een andere ondernemer, treedt hij in de plaats van zijn voorganger. In dat geval moet hij voor een eventuele teruggaaf per vordering en per aangiftetijdvak een afzonderlijk teruggaafverzoek indienen bij de inspecteur.
Wet: art. 29 Wet OB 1968
Beschikking: art. 31b Uitv.besch. OB 1968
Bron: Hof van Justitie van de EU 11 juni 2020, ECLI:EU:C:2020:464, C-146/19
Geef een reactie