Een aandeelhouder kan zijn bv de btw op de uitgaven voor zijn nieuwe woning niet zomaar laten aftrekken. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt althans dat de aandeelhouder niet kan volstaan met alleen het op naam van de bv stellen van de facturen. De bv zal de woning daadwerkelijk moeten gebruiken voor haar economische prestaties.
Een man hield alle aandelen in een bv die zelf weer ledencertificaten in een ander lichaam hield. Verder verrichtte de bv tegen een managementvergoeding accountancy- en belastingadviesdiensten. De aandeelhouder hield daarnaast nog alle aan delen in een andere vennootschap. Zijn echtgenote voerde de dagelijkse administratie van beide vennootschappen. Het echtpaar kreeg eind 2011 een woning met garage, erf en tuin geleverd. De echtgenoten lieten de woning slopen en gaven opdracht om een nieuwe woning te laten bouwen. In 2012 nam de bv de koop- en aannemingsovereenkomst over. Alle facturen met betrekking tot de bouw van de nieuwe woning stonden daarom op naam van de bv. Hoewel de bv de woning niet tot haar ondernemingsvermogen rekende, merkte zij een deel van de woning als zakelijk aan. Daarom trok zij een deel van de voorbelasting af. De Belastingdienst vond dat onterecht en legde de bv een naheffingsaanslag inclusief vergrijpboete op.
Woning is privévermogen aandeelhouders
De bv gaat in beroep tegen de naheffingsaanslag en de boete. Voor het hof betwist de Belastingdienst dat de bv de werkelijke afnemer van de woning is. De inspecteur wijst erop dat de grond, opstal en inventaris tot het privévermogen van het echtpaar hoort. Bovendien bevat de werkkamer in het nieuwe woonhuis geen fysiek afgebakend of afgesplitst zakelijk deel. Deze werkruimte is daarnaast alleen via privévertrekken bereikbaar. Zo weet de fiscus het vermoeden dat de bv de afnemer te ontkrachten. De bv moet daarom aannemelijk maken dat zij de ruimten echt gebruikt om daaruit duurzame opbrengst te verkrijgen. Dat lukt haar echter niet. Het hof oordeelt daarom dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Bovendien ziet het hof geen reden om de vergrijpboeten verder te verminderen dan Rechtbank Noord-Nederland al deed.
Geef een reactie