De Hoge Raad bevestigt dat een bronnet van een warmte-koude-opslaginstallatie onder de zogeheten netwerkvrijstelling binnen de overdrachtsbelasting valt.
Een stichting had drie gebouwen verkregen evenals drie warmte-koude-opslaginstallaties (WKO). De WKO’s bestonden onder meer uit een bronnet. Meer specifiek ging het om een gesloten systeem van gekoppelde leidingen gevuld met water die rondom de gebouwen op een diepte van 90 tot 150 meter in de grond waren aangebracht. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden was de verkrijging van de bronnetten op grond van de netwerkvrijstelling vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Zie ook NTFR 2020/3156 en ‘Bronnet valt onder netwerkvrijstelling’.
Begrip warmtenet
De staatssecretaris van Financiën heeft cassatieberoep aangetekend tegen de hofuitspraak, maar zonder succes. De Hoge Raad stelt namelijk voorop dat definitie van de netwerkvrijstelling niet uitsluit dat men deze vrijstelling toepast op warmtenetten. Verder volgt uit de wetsgeschiedenis dat waar er voor een bepaald type netwerk wettelijk is geregeld wat daadwerkelijk tot dat netwerk behoort, die begrenzing doorwerkt naar de toepassing van de netwerkvrijstelling. De Warmtewet regelt wat men onder een warmtenet moet verstaan. Daarom dient men mede te onderzoeken of een dergelijk bronnet valt binnen de grenzen van het begrip warmtenet in de Warmtewet. Die definitie luidt:
“het geheel van tot elkaar behorende, met elkaar verbonden leidingen, bijbehorende installaties en overige hulpmiddelen dienstbaar aan het transport van warmte, behoudens voor zover deze leidingen, installaties en hulpmiddelen zijn gelegen in een gebouw of werk van een verbruiker of van een producent en strekken tot toe- of afvoer van warmte ten behoeve van dat gebouw of werk”.
Transport van warmte
Het hof heeft verder geconstateerd dat de bronnetten met behulp van meerdere (polyethyleen) leidingen via water warmte transporteren. Diep in de grond vindt een onttrekking plaats van deze warmte aan de omgeving naar het overdrachtspunt in de gebouwen. Daar wordt die warmte vervolgens via warmtepompsystemen en binneninstallaties binnen de gebouwen gebracht. Dat deed het hof oordelen dat de netwerkvrijstelling is toe te passen op de desbetreffende bronnetten. Dit oordeel is niet onverenigbaar met wat hiervoor is overwogen. Dat het bronnet is gelegen in de tuin en de omringende grond van het gebouw waarvoor het warmte levert, hoefde het hof niet te weerhouden van dat oordeel. Het oordeel is ook niet onbegrijpelijk, aldus de Hoge Raad.
Wet: art. 14 en 15, eerste lid, onderdeel y WBRV
Bron: Hoge Raad 3 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1813, 20/03663
Webinar Update Wet differentiatie overdrachtsbelasting
Vastgoedfiscalist dr. Aad Rozendal behandelt op hoofdlijnen de reikwijdte van de startersvrijstelling, waarbij hij aandacht besteedt aan de belangrijkste praktijkervaringen uit het eerste jaar. Daarnaast zet hij de belangrijkste wetswijzigingen en beleidsstandpunten voor u op een rij.
Geef een reactie