Als de vennoten van een vof eigenaren en bewoners zijn van een pand en toestaan dat de vof dat pand gebruikt, blijft dat pand voor de omzetbelasting hun vermogen en wordt het geen bedrijfsvermogen van de vof. De vof hoeft daarom geen btw-correctie toe te passen vanwege het privégebruik van het pand door de vennoten.
Twee echtgenoten waren in gemeenschap van goederen gehuwd. Zij waren beide vennoten van een vof die een kwekerij dreef. Het echtpaar liet in 2008 een woning bouwen dat het in 2011 in gebruik neemt. De echtgenoten ontvingen ook de facturen in verband met de bouw. De vof rekende de woning tot haar bedrijfsvermogen voor de omzetbelasting en trok alle voorbelasting op de woning af. Daarbij deed zij een beroep op het zogeheten Advocaten-arrest (Hoge Raad 5 januari 1983, ECLI:NL:HR:1983:AW9011).
Daarnaast voldeed de vof jaarlijks de btw over het privégebruik van de woning door de vennoten. De vof maakt echter bezwaar tegen de afdracht van btw over het vierde kwartaal van 2015. De Belastingdienst wijst dit bezwaar af, maar de vof krijgt haar gelijk voor Hof Arnhem-Leeuwarden. Het hof constateert dat de woning in opdracht van het echtpaar is gebouwd. Daarnaast bewonen de vennoten de woning. Daarom zijn zij de eigenaren van het pand. Zij staan alleen maar toe dat de vof een deel van de woning gebruikt voor bedrijfsdoeleinden. Het gevolg is dat de vof het pand niet tot haar ondernemingsvermogen voor de btw had mogen rekenen. De vof heeft dus de voorbelasting ten onrechte afgetrokken, maar daar gaat het geschil niet over. Nu de woning niet behoort tot het bedrijfsvermogen van de vof, hoeft zij evenmin btw af te dragen vanwege het privégebruik door haar vennoten. De Belastingdienst moet aan de vof de ten onrechte afgedragen btw terugbetalen.
Geen bedrijfsvermogen
Daarnaast voldeed de vof jaarlijks de btw over het privégebruik van de woning door de vennoten. De vof maakt echter bezwaar tegen de afdracht van btw over het vierde kwartaal van 2015. De Belastingdienst wijst dit bezwaar af, maar de vof krijgt haar gelijk voor Hof Arnhem-Leeuwarden. Het hof constateert dat de woning in opdracht van het echtpaar is gebouwd. Daarnaast bewonen de vennoten de woning. Daarom zijn zij de eigenaren van het pand. Zij staan alleen maar toe dat de vof een deel van de woning gebruikt voor bedrijfsdoeleinden. Het gevolg is dat de vof het pand niet tot haar ondernemingsvermogen voor de btw had mogen rekenen. De vof heeft dus de voorbelasting ten onrechte afgetrokken, maar daar gaat het geschil niet over. Nu de woning niet behoort tot het bedrijfsvermogen van de vof, hoeft zij evenmin btw af te dragen vanwege het privégebruik door haar vennoten. De Belastingdienst moet aan de vof de ten onrechte afgedragen btw terugbetalen.
Wet: art. 4, tweede lid, onderdeel a Wet OB 1968
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 november 2019, (gepubliceerd 15 november 2019), ECLI:NL:GHARL:2019:9450
Geef een reactie