De verkrijging van vastgoed in het kader van een kavelruil is onder voorwaarden vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De verkrijger mag het goed eerst hebben gekocht, mits hij in de koopovereenkomst als zijn voornemen tot kavelruil heeft opgenomen.
Een man kocht op 9 september 2016 namens zichzelf en een later opgerichte bv onroerende zaken van twee verkopers. Daarbij ging het om agrarische bedrijfswoningen en -gebouwen. In de overeenkomst vermeldde de koper zijn voornemen om de levering eventueel in te voegen in een zogeheten vrijwillige kavelruil. Bij de kavelruil brachten de verkopers percelen in, terwijl de man en zijn ouders een perceel inbrachten waarop het woonhuis van de man en zijn ouders stond. Daarbij was wel een voorbehoud van een recht van huur ten behoeve van de ouders van de man gemaakt.
Voldaan aan voorwaarden voor vrijstelling?
De Belastingdienst betwistte dat hier sprake was van een ruilverkaveling waarvoor een vrijstelling van overdrachtsbelasting gold. Meer specifiek zag dit geschil op de vraag of het bij elkaar vegen van verschillende transacties om te voldoen aan de voorwaarden voor kavelruil is toegestaan. Daarnaast was in geschil of een ingebracht perceel grond met bomen binnen of buiten de bebouwde kom lag. Zou het binnen de bebouwde kom liggen, dan was niet voldaan aan de voorwaarden voor kavelruil. De inspecteur had zijn uitgangspunt gebaseerd op de plaats van een kombord.
Definitie ruilverkaveling
Rechtbank Gelderland kijkt naar de wettelijke definitie van ruilverkaveling. Het moet gaan om een schriftelijke overeenkomst. Daarbij verbinden drie of meer eigenaren zich om bepaalde onroerende zaken samen te voegen, de massa op bepaalde wijze te verkavelen en onder elkaar te verdelen. Hierbij kunnen (onder meer) mede partijen betrokken zijn die tegen inbreng van onroerende zaken een geldsom bedingen. Als bij de overeenkomst niet meer dan drie partijen betrokken zijn, is alleen sprake van ruilverkaveling als alle partijen onroerende zaken inbrengen. Hooguit één van hen mag een geldsom bedingen. Verder is nader bepaald dat kavels geen deel mogen uitmaken van de bebouwde kom.
Vermelding kavelruil in koopovereenkomst
De inspecteur meent dat niet aan de voorwaarden is voldaan doordat de man het vastgoed al heeft gekocht en de koopovereenkomst niet ontbonden. De rechtbank vindt dat echter geen reden om te oordelen dat geen kavelruil heeft plaatsgevonden. In de koopovereenkomst was immers al de mogelijkheid van een voeging van de levering in een kavelruil opgenomen. De overeenkomst kavelruil was dus het vertrekpunt. Verder mag men volgens de rechtbank de samengevoegde transacties gezamenlijk beoordelen. Tenslotte oordeelt de rechtbank dat voor het begrip bebouwde kom de feitelijke situatie van belang is. In deze zaak overheerste het landelijk karakter van het perceel. Daarom oordeelt de rechtbank dat de vrijstelling van toepassing is.
Wet: art. 15, eerste lid, onderdeel l WBRV en art. 85 en 88 Wilg
Besluit: art. 31 a Besluit inrichting landelijk gebied
Online cursus fiscaal agrarische actualiteiten
In de agrarische sector volgen de ontwikkelingen elkaar snel op. In deze cursus kijk docent drs. Petrus Zijlstra naar de fiscale gevolgen van de meerwaardeclausule die bij bedrijfsopvolgingen vaak overeengekomen wordt. Daarnaast is de afgelopen jaren er een toenemende vraag zichtbaar naar landbouwgrond in verband met de energietransitite. Vooral zonneweides zijn (regionaal) bezig met een opmars wat leidt tot diverse vragen op het gebied van etikettering, verplichte (gedeeltelijke) staking en de toepassing van de landbouwvrijstelling. Tot slot worden de (on) mogelijkheden besproken van hybride structuren in verband met toenemende belastingdruk vanwege hoge winsten.
Geef een reactie