Stel, de werkgever trekt te laat een ontslagaanvraag vanwege bedrijfseconomische redenen in. Na de subsidieperiode ontslaat hij dezelfde werknemer vanwege een verstoorde arbeidsrelatie. In deze situatie mag het UWV de NOW-subsidie maar een beetje verlagen.
Een bedrijf dat onder andere trainingen gaf, had een tegemoetkoming in de loonkosten aangevraagd op grond van de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW-1). Het bedrijf verwachtte een omzetverlies van 60% vanaf 1 maart 2020. Het UWV kende het bedrijf op 10 april 2020 een tegemoetkoming toe van € 11.002. Op 1 mei 2020 verzocht het bedrijf om een werkneemster te mogen ontslaan. Het bedrijf trok deze ontslagaanvraag op 22 mei 2020 weer in, maar dat was volgens het UWV te laat. Het UWV kortte vervolgens het bedrijf op haar tegemoetkoming met € 10.377. Het bedrijf ging daartegen in bezwaar. Zijn bezwaarschrift bevatte onder meer een beschikking van de kantonrechter. Deze beschikking betrof het ontslag van de werkneemster voor wie eerder de ontslagaanvraag was ingediend. Nadat het UWV het bezwaarschrift ongegrond verklaarde, ging het bedrijf in beroep.
UWV moet belangen afwegen
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het bedrijf een onvolledige aanvraag voor een ontslagvergoeding vanwege bedrijfseconomische redenen heeft ingediend. Het intrekken van deze ontslagaanvraag heeft te laat plaatsgevonden. In beginsel moet het UWV in zo’n geval de NOW-subsidie verlagen. Bij het verlagen van een subsidiebedrag dient een bestuursorgaan wel een belangenafweging te maken. De rechtbank stelt vast dat het UWV dit heeft nagelaten en het UWV erkent dit. Het UWV stelt ook dat de verlaging van de NOW-subsidie achterwege had moeten blijven als de werkneemster uiteindelijk in dienst van het bedrijf was gebleven en de werkgever het loon had doorbetaald.
Andere reden ontslag
Maar na de subsidieperiode heeft het bedrijf de werkneemster alsnog ontslagen. Daardoor is volgens het UWV geen sprake van een bijzondere situatie. De rechtbank denkt daar anders over. Het uiteindelijke ontslag heeft namelijk niet plaatsgevonden op grond van bedrijfseconomische redenen, maar vanwege een verstoorde arbeidsrelatie. De NOW-1 verbiedt ook niet dat de werkgever vanwege een andere reden dan bedrijfseconomische redenen een ontslagaanvraag indient. De rechtbank oordeelt dat in deze situatie het UWV geen gebruik had mogen maken van zijn bevoegdheid om de subsidie te verlagen. De rechtbank stelt zelf de verlaging van de NOW-subsidie vast op € 954.
Wet: art. 3:4 Awb
Regeling: art. 7 NOW-1
Geef een reactie