Minister Koolmees heeft geantwoord op Kamervragen over het verschil in rente tussen de TOZO en het Bbz-krediet. Er zijn belangrijke verschillen tussen deze vormen van kredietverschaffing. Die verschillen rechtvaardigen het verschil in rente.
De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz)-krediet zijn beide voor zelfstandige ondernemers bedoeld en zijn ook beide een lening die wordt verstrekt door de gemeente. Naast overeenkomsten zijn er ook belangrijke verschillen tussen beide vormen van geldverstrekking. De Tozo-lening kent een beperkter doel van de lening en een beperktere doelgroep. Ook is de omvang van de lening en de duur van de lening beperkter dan een lening op grond van het Bbz-krediet.
Marktconforme rente
Voor de rente op de Tozo-lening is aangesloten bij de rente op het Corona Overbruggingskrediet van Qredits Microfinanciering Nederland. Daarbij is de rente het eerste jaar 2% en daarna 5,75%. Voor de rente op de Bbz-financiering is aangesloten bij de marktrente van 8%. Dit niveau van de rente is de rente die banken hanteren bij het verstrekken van bedrijfskredieten. De rente op een Bbz-krediet is hoog omdat gemeenten veel risico’s lopen bij het verstrekken van de leningen. Dit komt mede door het ontbreken van de mogelijkheid zakelijke zekerheden te bedingen.
Geen aanpassing rente Bbz-krediet
Minister Koolmees is niet bereid de rente op het Bbz-krediet te verlagen van 8% naar 2%. Hij hecht eraan om marktconforme rente te hanteren voor het Bbz-krediet. Het hanteren van een lagere rente kan bovendien leiden tot staatssteun en concurrentievervalsing. Bovendien kan een lening in het kader van de Bbz altijd nog worden omgezet in een renteloze lening of in bijstand om niet.
Geef een reactie