De omstandigheid dat een buitenlandse werknemer niet in Nederland wil werken vanwege de coronapandemie is geen reden voor een loonstop.
Een detacheringsorganisatie had een werknemer met de nationaliteit van het Verenigd Koninkrijk (VK) ter beschikking gesteld aan de Nederlandse vestiging van een organisatie. Tot 1 maart 2020 verrichtte de werknemer zijn werkzaamheden op die vestiging. Daarna werkte hij thuis als gevolg van de coronacrisis. Omdat zijn zoon behoorde tot de coronarisicogroep, bleef de man ook na augustus 2020 in het VK werken voor de organisatie. Maar het detacheringsbureau verzocht de werknemer op 19 januari 2021 terug te keren naar Nederland. De belastingdienst van het VK zou namelijk in 2021 de 183-dagenregeling onverkort toepassen. In 2020 was dat niet gebeurd. Het detacheringsbureau stelt zowel de sociale premies van Nederland als het VK te moeten betalen. De werknemer weigerde echter terug te keren naar Nederland. Daarop stelde het detacheringsbureau dat hij met onbetaald verlof was. Ook vroeg de werkgever een ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan.
Dubbele heffing niet bewezen
De werknemer vecht de salarisstop en het dreigende ontslag aan. Hij stelt dat ook na de Brexit nog steeds verdragen bestaan tussen Nederland en het VK om dubbele belasting- en premieheffing te voorkomen. Het detacheringsbureau maakt voor Rechtbank Midden-Nederland niet aannemelijk op grond van welke wet- en regelgeving toch dubbele heffing zal plaatsvinden.
Bijzondere omstandigheden
Bovendien vormen de coronapandemie en de kwetsbaarheid van de zoon van de man bijzondere omstandigheden. Deze omstandigheden zijn niet te wijten aan de werknemer. Verder heeft de man zich beschikbaar gehouden om thuis te werken. De rechtbank vindt het stoppen van de loonbetalingen daarom te ver gaan. De rechter wijst de vordering van de man om weer tewerkgesteld te worden en betaald te krijgen toe. Daarnaast kent de rechtbank de man een verhoging van maximaal 30 procent toe wegens vertraging van de loonbetaling.
Verdrag: art. 7 SV-Verdrag NL-VK
Wet: art. 7:625 en 7:660 BW
PE-Pitstop Fiscale aspecten thuiswerken; nu en in de toekomst
Het structureel thuiswerken roept voor veel werkgevers vragen op met betrekking tot de loonheffingen, in het bijzonder met betrekking tot de personeelsvoorzieningen. Wat zijn de fiscale gevolgen? U hoort het in deze cursus.
Geef een reactie