De ontvangst van gangbare vooruitbetalingen kan ertoe leiden dat een ondernemer geen recht heeft op de Tegemoetkoming Vaste Lasten.
Een bv die sport- en skilessen gaf, had ondersteuning aangevraagd op grond van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Zij ontving een voorlopige subsidie, maar moest deze later terugbetalen omdat zij niet minimaal 30% omzetverlies zou hebben geleden. Daarbij was RVO uitgegaan van de aangiftes omzetbelasting. Maar volgens de bv gaven deze aangiftes een vertekend beeld van haar werkelijke omzet in het vierde kwartaal van 2020. In die periode had zij namelijk betalingen ontvangen van klanten voor sport- en skilessen. Deze lessen stonden gepland tot en met april 2021. Door de verplichte sluiting per 15 december 2020 kon zij deze sport- en skilessen niet meer geven. Zonder deze betalingen had zij wel voldoende omzetverlies geleden. De bv stelde daarom dat de vooruit ontvangen bedragen niet mochten meetellen bij de berekening van het omzetverlies.
Vooruitbetalingen zijn gangbaar
Maar wanneer de bv in beroep gaat, bevestigt het College van Beroep voor het Bedrijfsleven dat RVO.nl mag en moet uitgaan van de aangiftes omzetbelasting. De TVL biedt in dit geval geen mogelijkheid om hiervan af te wijken. Bovendien meent het College dat het ontvangen van vooruitbetalingen kennelijk gangbaar is voor de bv. Juist door alleen in het vierde kwartaal van 2020 daarvan af te wijken, zou een vertekend beeld geven. Het College verklaart daarom het beroep van de bv ongegrond.
Wet: art. 2.1.1, tweede lid, onderdeel a en 2.1.2, tweede lid TVL (tekst 28 mei 2021)
Bron: College van Beroep voor het Bedrijfsleven 4 oktober 2022, ECLI:NL:CBB:2022:692, 21/1033
Geef een reactie