De enkele omstandigheid dat een dga gedetineerd is, verhindert niet dat de fiscus hem belast over het standaardbedrag van het gebruikelijke loon.
Een man is sinds de oprichting op 9 februari 2017 de enige aandeelhouder en bestuurder van een bv. De Belastingdienst heeft de dga herhaaldelijk uitgenodigd, herinnerd en aangemaand om de inkomstenbelasting voor 2019 in te dienen, maar de dga heeft dat nagelaten. Daarom legt de inspecteur de man zelf een aanslag IB/PVV 2019 op, inclusief een verzuimboete en belastingrentebeschikking. De dga gaat daartegen in bezwaar, maar reageert niet op het verzoek van de Belastingdienst om bankafschriften en jaarstukken van de bv voor 2019 te overleggen. De dga en zijn bv hebben evenmin een aangifte vennootschapsbelasting voor 2019 ingediend. Nadat de inspecteur het bezwaarschrift van de dga ongegrond verklaart, gaat de dga in beroep.
Gebruikelijk loon bij gebrek aan gegevens
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de dga niet aan de verzwaarde bewijslast heeft voldaan om aan te tonen dat de aanslag te hoog was vastgesteld. De man beweert dat hij een groot deel van 2019 in detentie heeft gezeten. Daarom heeft hij geen werkzaamheden voor de bv kunnen verrichten. Maar de dga onderbouwt deze stelling onvoldoende. De rechtbank vindt het daarom niet onredelijk dat de fiscus het gebruikelijk loon van € 45.000 voor 2019 hanteert, gezien het gebrek aan gegevens. De rechtbank vindt ook dat de verzuimboete terecht is opgelegd en passend is gezien de omstandigheden. Daarom verklaart de rechtbank het beroep van de dga ongegrond.
Wet: art. 12a Wet LB
Geef een reactie