Als de vijftienmaandstermijn voor de geruisloze inbreng in de bv is verstreken in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020, heeft een verlenging van deze termijn met drie maanden plaatsgevonden.
In beginsel staking
Een IB-ondernemer kan op een gegeven moment besluiten om zijn IB-onderneming, bijvoorbeeld een eenmanszaak, in te brengen in een zelf opgerichte aandelenvennootschap. Vaak zal het dan gaan om een bv. De inbreng van de onderneming in een bv of nv leidt tot een fiscale staking van de eenmanszaak. Het gevolg is dat de ondernemer in principe moet afrekenen over zijn aandeel in de stille reserves en goodwill. Ook een eventuele oudedagsreserve valt dan vrij. Een nadeel van deze zogeheten ruisende inbreng is dat de ondernemer inkomstenbelasting moet betalen zonder dat hij liquide middelen heeft ontvangen waarmee hij de belasting kan betalen. Om te voorkomen dat de fiscale regels een inbreng van een IB-onderneming in een bv te veel belemmeren, bestaat de mogelijkheid om geruisloos door te schuiven.
Niet geruisloos in te brengen reserves
Ondernemers hoeven niet af te rekenen over de stille en fiscale reserves en de goodwill die deel uitmaken van hun ondernemingen als zij hun IB-onderneming geruisloost inbrengen. Een ondernemer kan zijn oudedagsreserve echter niet geruisloos inbrengen in een bv. Deze reserve valt dus vrij als de IB-onderneming wordt ingebracht in een bv. Heeft de ondernemer een terugkeerreserve gevormd in verband met een geruisloze terugkeer uit een bv in het verleden? Dan kan hij deze reserve evenmin fiscaal geruisloos inbrengen.
Inbreng samenwerkingsverband
Een samenwerkingsverband van IB-ondernemers, bijvoorbeeld een vof, is eveneens geruisloos in te brengen. Maar daarbij moeten de vennoten wel op een belangrijke voorwaarde letten. Als oprichters van de bv moeten zij in eenzelfde verhouding gerechtigd zijn tot het aandelenkapitaal als zij waren tot het vermogen van de ingebrachte onderneming van de vof.
Niet-ondernemende winstgenieters
De faciliteit van de geruisloze inbreng is uitgesloten voor personen die winst uit onderneming genieten omdat zij aan een ondernemer een lening hebben verstrekt die fungeert als eigen vermogen. Is sprake van een medegerechtigdheid die een rechtstreekse voortzetting vormt van een (mede)gerechtigdheid als ondernemer? Dan kan de medegerechtigde winstgenieter wel de faciliteit toepassen.
Schriftelijk verzoek
Ondernemers moeten een verzoek om toepassing van de geruisloze omzetting schriftelijk indienen bij de Belastingdienst. De voorwaarden waaronder de fiscus de geruisloze inbreng toestaat, zijn opgenomen in de zogeheten standaardvoorwaarden. Als de inspecteur het verzoek inwilligt, zal hij dat doen bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Daarbij zal hij kenbaar maken aan welke voorwaarden de bv moet voldoen.
Standaardvoorwaarden
Grofweg gezegd houden de standaardvoorwaarden het volgende in:
- De aandeelhouder, de voormalige ondernemer dus, mag de aandelen in de bv niet binnen drie jaar na de geruisloze inbreng vervreemden. Dit verbod kent bepaalde uitzonderingen, bijvoorbeeld bij een aandelenfusie. Bovendien bestaat een mogelijkheid tot tegenbewijs.
- De bv treedt voor wat betreft de fiscale winstberekening zo veel mogelijk in de plaats van de ingebrachte IB-onderneming. De bv zal daardoor werken met de oude fiscale boekwaarden van die onderneming;
- In het geval van een inbreng van een onderneming in een bestaande bv, moet bij achterwaartse verliesverrekening een soort winstsplitsing plaatsvinden. Zo hoopt de fiscus te voorkomen dat bij de verliesverrekening de samenvoeging van de beide ondernemingen materieel terugwerkende kracht heeft;
- De bv mag de inbrengende ondernemer crediteren voor inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen die vóór het overgangstijdstip materieel waren verschuldigd. Daarnaast mag een afrondingscreditering plaatsvinden van 5% het gestorte kapitaal op de aandelen, maar hooguit € 25.000;
- De ondernemer moet in principe bij de oprichting van de bv voor 100% in het geplaatste en gestorte kapitaal deelnemen;
- De aandeelhouder (voormalige ondernemer) stelt de verkrijgingsprijs van zijn aanmerkelijkbelangaandelen op de som van de fiscale boekwaarden van de ingebrachte vermogensbestanddelen. Met deze voorwaarde en het verplicht werken met oude boekwaarden door de bv wisselt de fiscus een IB-claim over box 1 in voor een combinatie van een Vpb-claim en een IB-claim over box 2-inkomsten;
- De deelnemingsvrijstelling geldt in beginsel niet voor positieve voordelen uit een deelneming tot het bedrag waarmee op het overgangstijdstip de waarde in het economische verkeer van die deelneming de boekwaarde overtrof. Onder bepaalde omstandigheden wordt de bv geacht voordelen uit een deelneming te hebben genoten. Bijvoorbeeld bij de vervreemding van een deelneming;
- De oprichting van de bv en de inbreng van de onderneming vinden plaats binnen vijftien maanden na het overgangstijdstip.
- De bv gaat schriftelijk akkoord met de gestelde voorwaarden en beperkingen.
Coronaversoepeling
De eis dat de oprichting van de bv en de inbreng van de onderneming binnen vijftien maanden na het overgangstijdstip plaatsvinden, knelde nogal in de coronacrisis. Zo verstreek de termijn voor terugwerking van geruisloze omzetting en geruisloze terugkeer met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019 op 31 maart 2020. Door de coronacrisis was deze termijn soms niet te halen. Zonder nadere maatregelen zou de mogelijkheid tot geruisloze omzetting of terugkeer in het gedrang komen. Dit is niet de bedoeling, zo stelt de staatssecretaris van Financiën. Daarom keurde hij goed dat de genoemde termijn van vijftien maanden wordt verlengd met drie maanden wanneer deze termijn verstrijkt in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020.
Besluit: Besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M
Bronnen: Besluit van 16 juni 2020, nr. 2020/12560 en NTFR 2020/1924
Geef een reactie