Voldoet de koper van een aandelenpakket de schuldig gebleven koopsom door de schuld van de dga aan zijn bv over te nemen? Dan hoeft geen sprake te zijn van verkapt dividend!
Een Belgische man werkt via een Nederlandse vennootschap als dermatoloog. Deze dga heeft medio 2016 een schuld aan zijn vennootschap van € 885.571. In 2016 heeft hij de aandelen in deze vennootschap overgedragen aan een derde. Deze derde heeft een deel van de koopprijs voldaan door de schuld van de Belgische dga aan de vennootschap over te nemen. De Belastingdienst merkt dit samenstel van aandelenverkoop en schuldovername aan als een verkapt dividend. Nederland mag over dit verkapte dividend heffen, aldus de fiscus. Maar wanneer de dga in beroep gaat, weet de inspecteur rechtbank Zeeland-West-Brabant niet te overtuigen van zijn standpunt.
Afwijzing beroep op relatieve simulatie
De Belastingdienst doet eerst een beroep op het leerstuk van de relatieve simulatie. De inspecteur stelt dat het de bedoeling is dat de koper van de aandelen de schuldig gebleven koopsom voldoet uit winstuitdelingen van de vennootschap. Dat betekent dat de koper per saldo alleen hoeft te betalen voor de goodwill. De koper zal dus nooit de schuld aan de vennootschap aflossen, zo stelt de inspecteur. Maar de rechtbank redeneert dat dit geen relatieve simulatie is. Bij relatieve simulatie is in werkelijkheid iets anders overeengekomen dan civielrechtelijk wordt voorgesteld. Daarvan is in deze zaak geen sprake. Met de overgelegde stukken, waaronder de koopovereenkomst, laat de dga blijken dat de uitgevoerde rechtshandelingen in dit geval stroken met de bedoeling van partijen. De partijen zijn niet in werkelijkheid andere rechtshandelingen zijn aangegaan dan gepresenteerd in de gesloten overeenkomsten.
Geen zelfstandige fiscale kwalificatie
De rechtbank ziet evenmin reden om over te gaan tot zelfstandige fiscale kwalificatie. Bij zelfstandige fiscale kwalificatie vindt geen ontkenning van de civielrechtelijke werkelijkheid plaats. Wel geeft men voor de belastingheffing een andere, meer economische betekenis, aan die werkelijkheid. Een zelfstandige fiscale kwalificatie kan aan de orde zijn als de fiscale gevolgen, die verbonden zijn aan de gekozen rechtsvorm, onaanvaardbaar zijn gezien het economische resultaat ervan en gelet op de strekking van de belastingwet. Maar de rechtbank stelt voorop dat het een belastingplichtige vrij staat om de fiscaal voordelige weg te kiezen. Bovendien hebben zich hier geen fiscaal onaanvaardbare gevolgen voorgedaan. Ook fiscaal gezien is immers sprake van een belastbare aandelenverkoop.
Afwijzing beroep op fraus tractatus
Deze omstandigheden zijn voor de rechtbank ook aanleiding om het beroep op fraus tractatis af te wijzen. De fiscus kan zich op fraus tractatus beroepen als de belastingplichtige handelingen verricht die in strijd zijn met doel en strekking van de bepalingen van het belastingverdrag. Het leerstuk van fraus tractatus is toe te passen als:
- het handelen van een belastingplichtige uitsluitend of overwegend is ingegeven door motieven met betrekking tot het verijdelen van belastingheffing (motiefvereiste), en
- men daarmee in strijd met doel en strekking van het belastingverdrag komt (het normvereiste).
Wet: art. 27e AWR en art. 4.12 Wet IB 2001
Geef een reactie