Wie een aanmerkelijk belang aan aandelen krijgt geschonken, zal in beginsel daarover schenkbelasting moeten betalen. De Hoge Raad oordeelt dat dit bedrag aan schenkbelasting de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang niet verhoogt.
Een man bezat alle aandelen in een holding. Zijn vader heeft in 2014 alle aandelen in zijn eigen holding aan de man geschonken. De verkrijgingsprijs van de vader is doorgeschoven naar zijn zoon. Voor de schenking heeft de zoon € 361.907 aan schenkbelasting voldaan. In 2015 heeft een juridische fusie plaatsgevonden met de geschonken holding als verkrijgende en de andere holding als verdwijnende vennootschap. De inspecteur heeft op verzoek de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang (ab) in de geschonken holding vastgesteld. Daarbij is het bedrag van de schenkbelasting terecht niet tot de verkrijgingsprijs gerekend. Volgens de Hoge Raad vermeerdert men ook bij een doorschuiving de verkrijgingsprijs met de kosten die ten laste van de verkrijger zijn gekomen bij de verkrijging waarbij die doorschuiving heeft plaatsgevonden. Maar de schenkbelasting vormt niet een dergelijke kostenpost. Deze belasting staat namelijk niet in een onmiddellijk verband met de verkrijging van de aandelen.
Geef een reactie