De situatie dat twee personen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, leidt niet tot een fiscale herkwalificatie van civielrechtelijke schenkingen. De Belastingdienst mag de schenking door de ene echtgenoot dus niet voor de helft aanmerken als een schenking door de andere echtgenoot.
Een man had medio 2001 bij wijze van schenking een bedrag van ongeveer € 3,8 miljoen overgemaakt van zijn Zwitserse bankrekening naar een bankrekening van zijn dochter. Begin oktober 2014 verklaarde zijn dochter dat zij gerechtigd was tot buitenlands vermogen dat zij niet eerder had opgegeven. De inspecteur stelde vast dat de ouders van de dochter op het moment van de schenking in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Daardoor zou volgens de fiscus de moeder ongeveer € 1,9 miljoen hebben geschonken aan haar dochter. De inspecteur legde de vrouw daarom een navorderingsaanslag schenkbelasting op inclusief boete.
Alleen civielrechtelijke vorm is relevant
Maar wanneer de vrouw in beroep gaat tegen de navorderingsaanslag, stelt Rechtbank Noord-Nederland haar in het gelijk en vernietigt de aanslag schenkbelasting. De rechtbank oordeelt dat de moeder in 2001 geen schenking heeft gedaan aan haar dochter. Voor het begrip schenking moet men in principe aansluiten bij het civiele recht. Dat de moeder in gemeenschap met de vader was gehuwd, maakt haar nog geen partij bij de schenking.
Wet: art. 1, zevende lid en 10 SW 1956 en art. 7:186, tweede lid BW
(Online) Verdiepingscursus erven en schenken
De mogelijkheden van planning met testamenten en schenkingen zijn ongekend groot en divers. Het beoordelen van testamenten en schenkingen is complexe materie en de advisering moet zorgvuldig worden afgestemd. In deze verdiepingscursus leert u van de grootmeesters van Estate Planning, ScholsBurgerhartSchols alles over de kansen en bedreigingen bij het adviseren over schenken en erven.
Geef een reactie