De Belastingdienst geeft uitleg over de fiscale aspecten van crowdfunding. Daarbij is onder meer van belang of het gaat om maatschappelijke of zakelijke projecten.
Crowdfunding
Sommige bedrijven laten een project financieren door middel van het zogeheten crowdfunding. In dat geval biedt het bedrijf op een platform voor crowdfunding het project aan. Degene die zo’n crowdfunding platform aanbiedt is de zogeheten crowdfunder. Het bedrijf zal op het crowdfunding platform aangeven hoeveel geld nodig is voor de realisatie van het project. Ook zal het bedrijf vaak een tegenprestatie bieden aan de financiers. Een bedrijf kan bij crowdfunding grote investeerders kan aantrekken, maar ook vele kleine (particulier) investeerders.
Soorten van crowdfunding
De Belastingdienst maakt onder meer onderscheid tussen de volgende vormen van crowdfunding:
- Het financieren van een maatschappelijk project of een goed doel. In het algemeen is het hierbij niet de bedoeling dat de betrokken partijen hiermee geld verdienen.
- Het financieren van een onderneming, waarbij de betrokken partijen wel winst beogen.
- De financiering van een particulier project. Daarbij valt te denken aan een geldelijke bijdrage voor de verbouwing van een woning, een wereldreis of faciliteiten voor een gezinslid dat door een ongeluk invalide is geworden.
Financiering van maatschappelijk project/goed doel
De Belastingdienst duidt crowdfunding zonder (meer dan bijkomstige) tegenprestatie aan als traditionele crowdfunding. Bij deze crowdfunding treden bijzondere fiscale gevolgen op als de uiteindelijk begunstigde van de donatie een algemeen nut beogende instelling (anbi) of steunstichtingen van een sociaalbelang behartigende instelling (SBBI) is. De geldgever kan in dat geval namelijk binnen bepaalde grenzen de gift aftrekken. Deze aftrekmogelijkheid geldt zowel voor natuurlijke personen als vennootschapsbelastingplichtige lichamen. Wel gelden verschillende grenzen voor deze belastingplichtigen. Natuurlijke personen moeten bovendien op de aftrek van niet-periodieke giften eerst een drempel toepassen. Deze drempel is van 1 procent van hun verzamelinkomen voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek, maar minstens € 60. In beginsel bedraagt de maximale giftenaftrek 10% van het verzamelinkomen vóór de toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Lichamen trekken in beginsel de giften af tot maximaal 50 procent van hun winst en hoogstens € 100.000.
Tegenprestatie van bijkomstige aard
Ook als een anbi of een SBBI een tegenprestatie levert van geringe omvang, kan nog steeds sprake zijn van een aftrekbare gift. De Belastingdienst noemt als voorbeeld het ontvangen van een ledenmagazine bij een donatie aan een natuurorganisatie. Staat tegenover een donatie een tegenprestatie van meer dan bijkomstige aard? Dan moet de donateur de waarde van deze tegenprestatie aftrekken van het bedrag van zijn gift.
Belastbaarheid donaties uit crowdfunding anbi/SBBI
ANBI’s en SBBI’s zijn vaak stichtingen die alleen vennootschapsbelastingplichtig zijn voor zover zij een onderneming drijven. Zo lang het project niet kwalificeert als het drijven van een onderneming, zullen de donaties in principe bij hen onbelast zijn. Ook voor de schenkbelasting geldt een vrijstelling voor giften aan anbi’s en SBBI’s. Deze vrijstelling geldt overigens niet als aan de donatie een opdracht is verbonden waardoor het karakter van het algemene of sociale belang verloren gaat.
Financieren van een onderneming
Als de crowdfunding dient om een zakelijk project van een onderneming te financieren, heeft dat in principe dezelfde gevolgen als andere financieringsvormen. De geldgever kan de donatie opvoeren als zakelijke kosten als de donatie plaatsvindt uit zakelijke overwegingen. Dat is het geval als de donatie overeenstemt met, of in de lijn ligt van de doelstelling van de geldgever zelf. Daarbij moet de donateur het rechtstreeks verband tussen de schenking en de bedrijfskosten aannemelijk maken. Dat kan op drie manieren:
- Reden van de donatie (finaliteit).
- Oorzaak en gevolg van de donatie (causaliteit).
Geldnemer bij zakelijke crowdfunding
Een ondernemer die die geld verkrijgt uit crowdfunding rekent deze gelden tot zijn winst zodra vaststaat dat hij deze gelden niet meer hoeft terug te betalen. Zolang nog onzekerheid bestaat, zal hij tegenover de geldontvangst een schuld aan de donateur kunnen opgeven. Het komt in de praktijk bij crowdfunding voor dat een ondernemer een product verkoopt tegen een prijs die de waarde in het economisch verkeer overtreft. Zo’n ondernemer doet vervolgens de toezegging dat hij het bedrag boven die waarde aan een goed doel zal besteden. De fiscus hanteert als uitgangspunt dat de gehele opbrengst tot de winst behoort. Alleen in zeer duidelijke gevallen kan dit anders zijn. De ondernemer moet dan bewijzen dat het bedrag boven de waarde in het economische verkeer geen zakelijk verband heeft en tot de privésfeer behoort.
Financiering particulier project
Soms vindt crowdfunding plaats in de privésfeer. De geldnemer zamelt dan geld in voor een persoonlijk doel, wens, of droom. De gelden behoren in dat geval tot zijn box 3-vermogen als hij de beschikkingsmacht heeft over de donaties. Bovendien kan de geldnemer te maken krijgen met schenkbelasting. De Belastingdienst verleent echter een kwijtschelding van schenkbelasting als de schenking:
- alleen is bedoeld om levensonderhoud te verschaffen aan een natuurlijk persoon die niet in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien;
- ziet op de betaling van kosten van studie of een beroepsopleiding van iemand die jonger is dan 27 jaar die zonder die schenking de studie of opleiding niet kan volgen.
Vergoeding aan IB-crowdfunder
Als de crowdfunder een IB-onderneming drijft of resultaat uit overige werkzaamheden geniet, dient hij de crowdfundervergoeding tot zijn fiscale winst te rekenen. De donaties die hij verplicht doorstoot naar een andere instelling, neemt hij als schuld op de balans op. Zij vormen geen winst en geen zakelijke kosten en ‘lopen’ dan ook niet via de resultatenrekening. Maar een crowdfunder die zelf niets toevoegt en de gelden alleen doorsluist naar de geldnemer, drijft in de regel geen onderneming. Een enkele keer verricht een crowdfunder zijn werkzaamheden in de privésfeer. Als hij in die situatie op de peildatum de beschikking heeft over de donatie, behoort deze tot zijn box 3-vermogen. Daar zal echter vrijwel altijd een terugbetalings- of doorstortverplichting tegenover staan. Deze verplichting behoort tot de schulden in box 3. In dat geval moet men wel letten op de schuldendrempel.
Vergoeding aan crowdfunder-lichaam
Voor nv’s en bv’s die als crowdfunder optreden, is de vergoeding daarvoor integraal belast. Stichtingen, verenigingen en andere beperkt belastingplichtigen betalen alleen vennootschapsbelasting over de crowdfundervergoeding als zij met deze werkzaamheden een onderneming drijven. Als de crowdfunder de donaties doorsluist zonder zelf projecten uit te voeren, zal hij voor deze activiteit geen onderneming drijven. De donatie blijft dan onbelast.
Overdracht van gelden
Voor de fiscale behandeling van crowdfunding is volgens de Belastingdienst ook van belang op welk moment de gestorte gelden het vermogen van de geldgever verlaten. Stort de geldnemer geen geld terug als het doelbedrag niet wordt gehaald? Dan heeft het geld na de storting direct het vermogen van de geldgever verlaten. Als de geldnemer belooft het geld terug te storten als hij het doelbedrag niet behaalt, vindt de overdracht van het geld pas plaats bij het behalen van het doelvermogen. Hetzelfde geldt als bij het niet behalen van het doelvermogen een inhouding van kosten plaatsvindt op de terug te storten bedragen. Maar een bedrag ter grootte van de ingehouden kosten heeft het vermogen van de geldgever direct verlaten.
Wet: art. 3.8, 3.25, 3.90, 5.3, 6.35 en 6.39 Wet IB 2001, art. 32, onderdelen 4° en 13° en 67 SW en art. 16 Wet Vpb 1969
Bron: Forum fiscaal dienstverleners 16 juli 2021
Masterclass actualiteiten charity management
Naast een kennismaking met de wereld van charitas gaan docenten drs. Jeroen Knol en mr. Guus Lomans in op de charitatieve motieven en de vormgeving hiervan: de do’s en don’ts worden met praktische voorbeelden belicht. Aandacht is er voor het proces hoe een charitatief plan tot stand komt en de rol van de trusted advisor als procesbegeleider. Tevens kijken ze naar de financiële en fiscale mogelijkheden en staan ze stil bij de spelregels van een ANBI-stichting.
Geef een reactie