Een bv die maar één onroerende zaak verhuurt aan een derde en daarnaast een pensioen in eigen beheer uitvoert, drijft geen materiële onderneming. Op de overdracht van de aandelen in die bv is daarom de bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing.
In een zaak voor Rechtbank Gelderland bezat een vrouw onder meer alle aandelen in een bv die een showroom aan een derde verhuurde. Daarnaast was de bv belast met de uitvoering van het pensioen in eigen beheer (PEB) van de vrouw. In 2016 kwam de vrouw te overlijden. Daardoor genoot zij een fictief vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang. Haar erfgenamen verzochten de fiscus om dit vervreemdingsvoordeel door te schuiven met toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Naast de BOR in de inkomstenbelasting wilden zij de BOR in de Successiewet toepassen. Voor zowel de inkomsten- als de erfbelasting is de BOR echter alleen te benutten met betrekking tot ondernemingsvermogen. Zowel de Belastingdienst als Rechtbank Gelderland meent dat de bv geen materiële onderneming drijft. De verhuur van de showroom en de uitvoering van de pensioenvoorziening blijven namelijk binnen de grenzen van normaal vermogensbeheer.
Wet: art. 4.17a, eerste lid, onderdeel a Wet IB 2001 en art. 35c, eerste lid, onderdeel c SW
Geef een reactie