Stelt een rechter in een verzetsprocedure de omvang van een nalatenschap vast? En is deze beschikking onherroepelijk geworden? Dan is de omvang van de nalatenschap in principe niet meer te betwisten.
Een erflater overlijdt in 2017. Hoewel hij geen nakomelingen heeft, zijn er wel negen erfgenamen. Een van deze erfgenamen, een broer van de erflater, is het oneens met de erfbelasting die hij moet betalen over zijn erfdeel. Hij stelt dat de omvang van de nalatenschap kleiner is dan door de Belastingdienst is aangenomen. De erflater zou volgens de man namelijk een schuld hebben aan hem en aan een andere broer. De man beweert dat hij en zijn andere broer bij het overlijden van hun vader in 1995 niet het volledige erfdeel hebben ontvangen. De moeder van de man zou een overbedelingsschuld hebben aan de man en zijn andere broer. Deze overbedelingsschuld is na haar overlijden overgegaan op de erflater en vermindert dus zijn nalatenschap, aldus de man. Hij komt ook met de volgende (blote) stellingen:
- Een privé-balans van de erflater ontbreekt.
- De erfgenamen hebben geen aangifte erfbelasting gedaan.
- De vereffenaars hebben twee helften administratie gemaakt die niet overeenstemmen met de administratie van erflater.
Stellingen weerleggen onherroepelijke beschikking niet
Maar de inspecteur verwijst naar een verzetprocedure waarin een rechtbank de omvang van de nalatenschap heeft vastgesteld. Hof Arnhem-Leeuwarden constateert dat de beschikking van de rechtbank onherroepelijk is geworden. De omvang van de nalatenschap staat dus vast. De (blote) stellingen van de man zijn onvoldoende om de vastgestelde omvang van de nalatenschap te betwisten. De berekeningen die de man zelf heeft gemaakt, zijn volgens het hof onnavolgbaar. Het hof verklaart daarom zijn beroep ongegrond.
Wet: art. 8:68 Awb en art. 5 SW
Geef een reactie