Voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit op geschonken aandelen moet het desbetreffende lichaam minstens vijf jaar een onderneming hebben gedreven. Gaat het om aandelen in een holding met deelnemingen? Dan moet men per dochtervennootschap kijken of de holding de onderneming van deze dochter al vijf jaar drijft.
Een man had op 15 januari 2014 van ouders een schenking gekregen. Deze schenking bestond uit alle aandelen in een beheer-bv. De bv hield alle aandelen in twee dochtervennootschappen en de helft van de aandelen in een kleindochtervennootschap. De bv hield deze deelnemingen echter minder dan vier jaar. De vraag was of de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) van toepassing was op de schenking. De man stelt dat men niet op niveau van de schenker, maar op niveau van de holding moet kijken of aan de vijfjaarseis is voldaan. De Hoge Raad gaat hierin mee. Maar de Hoge Raad oordeelt dat men ook per afzonderlijke aan de holding toegerekende onderneming moet toetsen. Doordat de bv de aandelen in de dochtervennootschappen nog geen vier jaar houdt, is de BOF niet van toepassing.
Geef een reactie