
De Hoge Raad oordeelt dat een schuld uit meerinbreng bij de aankoop van een gezamenlijke woning niet in de huwelijksgemeenschap valt.
In juni 2017 hebben een vrouw en een man gezamenlijk een woning gekocht. De man heeft de volledige koopsom betaald. Daardoor verkrijgt hij een vordering op de vrouw voor de helft van het bedrag. In 2018 trouwen de vrouw en de man in gemeenschap van goederen. Na hun scheiding in januari 2023 ontstaat een geschil over de verdeling van de huwelijksgemeenschap. In het bijzonder gaat het om de vraag of de schuld van de vrouw aan de man in de huwelijksgemeenschap valt
Schuld uit meerinbreng blijft privé
De Hoge Raad oordeelt dat de schuld van de vrouw aan de man, ontstaan door de betaling van de koopsom vóór het huwelijk, niet in de huwelijksgemeenschap valt. Dit oordeel is gebaseerd op de strekking van de vergoedingsplicht en de wetsgeschiedenis de wetsbepaling met betrekking tot lasten in de gemeenschap. De schuld betreft een vermogensverschuiving tussen de privévermogens van de echtgenoten en valt daarom buiten de gemeenschap.
Vergoedingsrecht bij aflossing lening
Daarnaast heeft de vrouw een vordering op de man omdat zij vóór het huwelijk een deel van de gezamenlijke lening voor de verbouwing van de woning heeft afgelost. Ook deze schuld valt niet in de gemeenschap, aangezien het een privévermogensverschuiving betreft.
Bron: Hoge Raad 21 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:436, 24/02046
Geef een reactie