Dankzij een wijziging in het invorderingsbeleid kan een erfgenaam vragen om minimaal vijf jaar uitstel voor het betalen van de erfbelasting als anders een schrijnende situatie ontstaat.
Als een minderjarig kind zijn ouders verliest, is dat natuurlijke een tragische situatie. Deze situatie kan door de heffing van erfbelasting bovendien nog schrijnend worden. Bijvoorbeeld als het kind de ouderlijke woning erft maar moet verkopen om de erfbelasting te kunnen betalen. De Staatssecretaris van Financiën vindt dat ongewenst en past daarom het invorderingsbeleid aan. Het gevolg is dat een erfgenaam-natuurlijk persoon om minimaal vijf jaar uitstel van betaling van erfbelasting kan vragen, als anders een schrijnende situatie zou ontstaan. Zijn verzoek moet de gegevens bevatten waaruit de dreiging van een schrijnende situatie blijkt. De ontvanger dient in beginsel als voorwaarde te stellen dat de erfgenaam voldoende zekerheid stelt. Maar hij kan daarvan afzien als dat onevenredige gevolgen voor de erfgenaam meebrengt.
Ander soort belastingaanslag
Het aanvragen van uitstel is ook mogelijk voor een aanslag voor een andere belasting dan de erfbelasting. Maar die aanslag moet dan wel vallen in de boedel van een nalatenschap van een natuurlijk persoon. Bovendien moet de betaling van die aanslag binnen de wettelijke termijn leiden tot een schrijnende situatie bij de erfgenaam. Verder moet de erfgenaam eveneens een natuurlijk persoon zijn.
Vermindering invorderingsrente
Heeft de ontvanger van de belastingen invorderingsrente in rekening gebracht over de periode dat de erfgenaam uitstel van betaling heeft genoten op grond van het nieuwe beleid? Dan moet de ontvanger de desbetreffende invorderingsrente verminderen tot nihil.
Wet: art. 28 Iw 1990
Leidraad: onderdelen 25.4 en 28.3 Leidr. Inv.
Geef een reactie