Als iemand weet dat hij wordt verdacht van witwassen, kan hij volgens Rechtbank Noord-Nederland in zijn box 3-vermogen een schuld opnemen. Naarmate het meer onzeker is dat de verdachte echt te maken krijgt met een boete of verbeurdverklaring, zal die schuld lager zijn.
Een man hield gedurende diverse jaren in het buitenland banktegoeden aan zonder deze op te geven in zijn aangiftes inkomstenbelasting. In 2013 verdacht het Openbaar Ministerie (OM) de man bovendien van witwassen. Daarom startte het OM een procedure van strafrechtelijke vervolging. Rond 16 mei 2014 legde de officier van justitie beslag op de buitenlandse bankrekeningen. Volgens de man was het verhaalsbeslag gelegd op grond van een bestaande vordering die voortvloeit uit een vermeende wetsovertreding in het verleden. Daarom moest de Belastingdienst voor de periode 2014 – 2019 bij hem een schuld in aanmerking nemen van 90% van de buitenlandse banktegoeden, aldus de man. De inspecteur dacht daar echter anders over, zodat de rechtbank uitsluitsel moest geven.
Mogelijke verbeurdverklaring
De rechtbank redeneert als volgt. De man wordt verdacht van witwassen. Dit is een strafbaar feit dat bij vervolging in het algemeen leidt tot een betalingsverplichting. De beslaglegging is overigens op zichzelf niet maatgevend. Maar zij vormt wel een aanwijzing van het bestaan van een schuld. De rechtbank oordeelt daarom dat inderdaad sprake is van een schuld die de vermogensrendementsgrondslag verlaagt. Maar de rechter meent dat de waarde van die schuld maar 10% van de buitenlandse banktegoeden bedraagt. De strafrechtelijke procedure bevindt zich namelijk niet in een verregaande fase. Het staat evenmin vast dat het uiteindelijk tot een verbeurdverklaring komt.
Geef een reactie