In de Tax Talks live uitzending van 24 mei 2022 maakt mr. Almer de Beer duidelijk wat nu de stand van zaken is met betrekking tot het Kerstarrest en het mogelijk rechtsherstel.
De vraag of en hoe de overheid rechtsherstel moet bieden op grond van het Kerstarrest houdt de gemoederen nog steeds flink bezig. Zie NTFR 2022/37 (en ‘Hoge Raad vervangt vermogensmix door werkelijk rendement’ voor informatie over het Kerstarrest. De Beer behandelt eerst de methode die het kabinet heeft gekozen om het rechtsherstel te bieden
Manier van rechtsherstel
Het kabinet heeft ervoor gekozen om rechtsherstel te gaan bieden met de forfaitaire spaarvariant. Bij deze variant werkt men nog steeds met forfaitaire rendementen, maar dan zijn er drie categorieën: sparen, schulden en beleggen. Het forfaitaire rendement voor sparen voor 2017 is gesteld op 0,25%. Dit was het werkelijk rendement dat over de jaren was behaald op spaargelden. Het forfaitaire rendement op beleggen voor 2017 is gewoon het forfaitaire rendement in rendementsklasse II voor dat jaar. De Beer merkt op dat beleggen een restgroep vormt. Hierin vallen aandelen, obligaties, beleggingspanden enzovoorts. Het forfaitaire rendement op schulden (2017: – 3,43%) is het gemiddelde rendement op hypothecaire schulden. Wie zijn beleggingen financiert met vreemd vermogen, komt dus per saldo op een positief inkomen in box 3 uit. Bij de spaarvariant gaat men wel uit van de werkelijke vermogensmix, dus de wetgever laat de forfaitaire vermogensmix los.
Geen rechtsherstel voor beleggers
De werking van de forfaitaire spaarvariant zorgt ervoor dat beleggers praktisch zijn uitgesloten van rechtsherstel. Dus zelfs de beleggers die een zwaar vermogensverlies hebben geleden. De staatssecretaris motiveert dit met de stelling dat beleggers in het ene jaar een verlies kunnen lijden maar in een ander jaar een winst kunnen behalen. De Beer merkt echter op dat de Hoge Raad deze nuancering niet maakt in het Kerst-arrest. In een jaar waarin een belegger verlies lijdt, zou hij dus compensatie moeten krijgen. De Beer denkt dat het nog maar zeer de vraag is of het standpunt van het kabinet stand zal houden.
Voor wie wel rechtsherstel?
De volgende vraag is wie rechtsherstel kan verwachten. De Beer antwoordt daarop dat dit ten eerste de belastingplichtigen zijn die tijdig in bezwaar zijn gegaan tegen de box 3-heffing over de jaren 2017 – 2020. Ook degenen van wie de aanslag van een jaar in de periode 2017 – 2020 nog niet onherroepelijk vaststond ten tijde van het Kerstarrest, komen in beginsel in aanmerking voor rechtsherstel. In de afhandeling van de aangifte 2021 zal het rechtsherstel in principe automatisch plaatsvinden. Belastingplichtigen die niet tijdig in bezwaar zijn gegaan tegen de aanslagen over 2017 – 2020, zouden een verzoek om ambtshalve vermindering kunnen indienen. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de Belastingdienst zulke verzoeken niet hoeft in te willigen.
Mogelijk toch enige compensatie
Maar de kwestie van het rechtsherstel is ook een politieke kwestie, zo stelt de Beer. Het is dus de vraag of de politiek belastingplichtigen die hun belastingen hebben betaald zonder ‘moeilijk te doen’ te kort wil doen. De staatssecretaris van Financiën wil deze groep geen volledige compensatie bieden. Maar hij heeft wel aangekondigd een vorm van enige compensatie te willen bieden. Deze compensatie zal vooral toekomen aan belastingplichtigen met relatief weinig box 3-vermogen.
Bezwaar na massaal bezwaar
Vervolgens gaat de Beer in op het arrest van de Hoge Raad over het geval waarin een belastingplichtige het niet eens is met de vermindering van zijn aanslag naar aanleiding van het massaal bezwaar. Deze vermindering vindt namelijk plaats via een beschikking, waartegen men niet in bezwaar of beroep kan gaan. Maar in dat geval heeft de belastingplichtige de mogelijkheid om een verdere ambtshalve vermindering aan te vragen. Tegen een afwijzing van zo’n verzoek kan hij in bezwaar en beroep gaan. Zie ook: ‘HR komt belastingplichtigen massaalbezwaar verder tegemoet’.
Stelsel voor 2023 en 2024
Ten slotte wijst de Beer erop dat voor de jaren 2023 en 2024 ook het systeem van de forfaitaire spaarvariant gaat gelden. Volgens de staatssecretaris van Financiën is dit systeem wel in lijn met het EVRM. De Beer herhaalt dat hij daar zo zijn twijfels over heeft. Daarom meent hij dat de discussie over de vermogensrendementsheffing nog niet voorbij is. Hij verwacht dat beleggers die verlies lijden in bezwaar en beroep zullen gaan tegen de vermogensrendementsheffing.
Kijk hier naar een compilatie van de uitzending
Wet: art. 5.2 Wet IB 2001
Méér weten?
Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. 30 keer per jaar wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95.
Geef een reactie