Onder omstandigheden kan iemand AOW-premie verschuldigd over zijn AOW-uitkering.
Een vrouw geniet in 2019 een AOW-uitkering van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van € 4.545 en een pensioenuitkering van € 587. In de maand juli van dat jaar bereikt zij ook de AOW-gerechtigde leeftijd. Bij het opleggen van de aanslag IB/PVV 2019 heeft de inspecteur daarom een premiepercentage volksverzekeringen van 18,7% in plaats van 27,65% gehanteerd. Gelden namelijk in een jaar verschillende premiepercentages voor een verzekerde, die via een aanslag in de premieheffing worden betrokken? Dan is de premie samengesteld uit tijdsevenredige delen van verschillende premiepercentages. Daarom is voor de maanden januari tot en met juni 2019 een premiepercentage van 27,65% van toepassing op de vrouw. Vanaf juli 2019 is een percentage van 9,75% van toepassing en blijft de berekening van AOW-premie achterwege. Dit leidt tot een premiepercentage volksverzekeringen van (6/12 x 27,65%) + (6/12 x 9,75%) = 8,7%. Dit percentage past de inspecteur toe op het gehele inkomen.
Regelgever blijft binnen ruime bevoegdheid
Volgens de vrouw is deze gang van zaken niet toegestaan. Zij stelt dat men over de AOW-uitkering alleen het lage percentage moet toepassen. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat zij over haar AOW-uitkering AOW-premie moet betalen, aldus de vrouw. Maar Rechtbank Zeeland-West-Brabant constateert dat de tijdsevenredige berekeningsmethode conform de regelgeving is. Uit eerdere rechtspraak (ECLI:NL:HR:2005:AR5905) is al gebleken dat onder omstandigheden ook premies voor de AOW zijn te heffen over het inkomen dat iemand na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd geniet. De regelgever heeft uit praktische overwegingen en om redenen van eenvoud gekozen voor een tijdsevenredig systeem van heffing van premie volksverzekeringen. Hij heeft zijn ruime bevoegdheid daarmee niet overschreden. Dat de vrouw de strikte toepassing van de wet- en regelgeving als onredelijk of onbillijk ervaart, doet de rechtbank niet van oordeel veranderen.
Regeling: art. 2.7 Reg Wfsv
Geef een reactie