De Hoge Raad heeft drie uitspraken van hof Den Haag over de vermogensrendementsheffing van box 3 (deels) vernietigd. Daarbij heeft de Hoge Raad onder andere bevestigd dat ongerealiseerde koerswinsten belast zijn.
In een van de drie zaken heeft het hof de box 3-heffing verminderd door uit te gaan van het werkelijke rendement. Daarbij heeft het hof ongerealiseerde koerswinsten buiten beschouwing gelaten (NTFR 2023/1945). De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof omdat ook niet-gerealiseerde koerswinsten in aanmerking moeten worden genomen. Dit blijkt ook uit eerdere rechtspraak. Zie NTFR 2024/1001 en ‘Ongerealiseerde waardestijging vastgoed belast in box 3’. Daardoor is het werkelijke rendement in 2017 en 2018 hoger dan het box 3-inkomen zoals door de inspecteur is vastgesteld. Daarom bestaat geen aanleiding tot vermindering van de aanslagen. Wat betreft het verzoek van de belegger om een rentevergoeding overweegt de Hoge Raad dat dit niet voor het eerst in cassatie is te doen en overigens hier überhaupt moet worden afgewezen. Zie ook NTFR 2024/1003 en ‘Over ten onrechte betaalde box 3-heffing geen rentevergoeding’.
Overtollig ondernemingsvermogen was banktegoed in box 3
Een andere zaak betreft een man die in 2017 en 2018 een onderneming drijft. De man heeft in zijn aangifte IB/PVV 2018 € 626.797 aan liquide middelen gerekend tot zijn ondernemingsvermogen. De inspecteur heeft bij het opleggen van de aanslag hiervan een bedrag van € 441.796 als overtollig aangemerkt en tot box 3 gerekend. Hof Den Haag is daarin meegegaan en heeft vervolgens het box 3-inkomen met toepassing van de Herstelwet berekend op € 22.277. Zie ook ‘Box 3-heffing over overtollige liquide middelen verlaagd’. Volgens de Hoge Raad heeft het hof het box 3-inkomen incorrect berekend. Omdat de overtollige liquide middelen bestaan uit banktegoeden en men het voordeel dan op 0,12% moet stellen, bedraagt het box 3-inkomen slechts € 514. Verder heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het hof ook hier ten onrechte een vergoeding heeft toegekend voor het rentenadeel dat door de onverschuldigde betaling van belasting is geleden.
Participatie in transparant fonds
In de derde zaak participeerde een man in een beleggingsclub. Niet in geschil is dat de beleggingsclub fiscaal transparant is, omdat het een besloten fonds voor gemene rekening is. Dit brengt mee dat de participatie van de man voor de inkomstenbelasting telt als zijn eigen bezittingen en schulden. Voor de vaststelling van het werkelijk rendement in box 3 is dan bepalend wat in enig jaar de inkomsten waren uit, en de waardeontwikkelingen van zijn aandeel in de bezittingen en schulden van het fonds. Volgens de Hoge Raad heeft het hof daarbij ten onrechte ongerealiseerde vermogenswinsten niet in aanmerking genomen. Zie ‘Bewezen rendement is uitgangspunt rechtsherstel’ voor meer informatie over het hofoordeel. De Hoge Raad verwijst de zaak om de man de gelegenheid te geven het werkelijke rendement aannemelijk te maken.
Wet: art. 5.2 Wet IB 2001
Bronnen: Hoge Raad 2 augustus 2024, ECLI:NL:HR:2024:1084, 23/04313, Hoge Raad 2 augustus 2024, ECLI:NL:HR:2024:1085, 23/04644 en Hoge Raad 2 augustus 2024, ECLI:NL:HR:2024:1086, 23/00643
Masterclass Box 3 – veilig door het overbruggingsstelsel
Box 3 blijft in beweging en daarmee ontstaan veel onzekerheden, maar ook kansen. De 6 juni arresten leiden de facto tot invoering van een box 3 kader met heffing op basis van werkelijk rendement vanaf 2021. Voor belastingplichtigen ontstaat een gunstige keuze; toepassing herstelkader / overbruggingswet in jaren met een hoog rendement en toepassing werkelijk rendement in jaren met een laag rendement.
Wat moet je doen als adviseur voor je klanten? Wanneer is bezwaar zinvol? Hoe werkelijk rendement te berekenen?
Blackthorne says
Stel ik heb 100k in bitcoin. Er komt een bull market. De prijs gaat 10x en m’n bitcoin is nu 1M waard, op het peilpunt 1 januari.
Dat is 900k ongereliseerde winst. De belastingdienst verlangt van mij dat ik daar eventjes 36% (324k) over af ga tikken.
Nu komt er een bear market, en mijn bitcoin is nu 300k waard, op het moment dat ik mijn vermogens(aanwas)belasting moet betalen.
Nu mag ik al m’n bitcoin uitcashen, die ik al jaren vasthoud, en dan zit ik nog met een schuld van 24k.
Dit soort onteigening lijkt mij een misdaad tegen de mensheid.