De Kennisgroep inkomstenbelasting neemt standpunten in over de kwalificatie van een aandeel in een derdenrekening of zelf geopende bankrekening bij deelname aan een schenkkring.
Ondernemers kunnen deelnemen aan een schenkkring als alternatief voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Om deel te nemen aan een bepaalde schenkkring, moeten zij de verschuldigde maandbedragen storten op een derdengeldrekening. Deze rekening moet op naam staan van een stichting. Deze stichting heeft als doel om een arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor zelfstandigen te faciliteren. De stichting kwalificeert niet als een Afgezonderd Particulier Vermogen (APV). Volgens de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst telt het belang van een deelnemer aan een schenkkring in een derdengeldenrekening op de peildatum als een overige bezitting in box 3. Dat betekent dat hierop het hoge forfaitaire rendementspercentage van toepassing is, tenzij men werkt met het werkelijke rendement.
Kwalificatie zelf te openen bankrekening
In het verleden kon een ondernemer deelnemen aan een schenkkring door de verschuldigde maandbedragen te storten op een zelf te openen bankrekening. Deze mogelijkheid is inmiddels beëindigd, maar er zijn nog ondernemers die op deze wijze deelnemen aan de regeling. De deelnemers hebben dan de penningmeester van de schenkkring gemachtigd tot het beheer van deze rekening. De stichting staat niet toe dat de deelnemers geld van de rekening afhalen, maar feitelijk is dit wel mogelijk. Nadat deelname aan de schenkkring is beëindigd, staat het de ondernemer vrij deze rekening aan te houden. De kennisgroep merkt zo’n zelf geopende bankrekening bij de deelnemer op de peildatum voor box 3 aan als een banktegoed. Dat betekent dat in beginsel het lage forfaitaire rendementspercentage van toepassing is.
Geef een reactie