Onder bijzondere omstandigheden kan iemand ook recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting als zijn kind op zijn briefadres staat ingeschreven.
Nadat haar partner een relatie met een ander bleek te hebben, remigreerde een vrouw met haar dochter in oktober 2017 van Frankrijk naar Nederland. Omdat dit nogal abrupt ging, konden zij niet meteen een woning vinden. Daarom woonden zij eerst tijdelijk in bij de ouders van de oppas van de dochter. De vrouw en haar dochter schreven zich in op dat adres, zij het niet als woonadres maar als briefadres. De bewoners hadden namelijk als voorwaarde voor het laten inwonen gesteld dat de vrouw zich niet zou laten inschrijven op hun adres. Van 30 november 2017 tot 16 juli 2018 stonden de vrouw en haar dochter dan ook niet ingeschreven op een woonadres, maar alleen op een briefadres. Na 1 juli 2018 verhuisden zij naar een nieuwe woonplaats, waar zij vanaf 16 juli 2018 stonden ingeschreven. De vrouw meende over 2018 recht te hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK).
Bijzondere omstandigheden meewegen
De inspecteur wierp echter tegen dat de dochter van de vrouw minder dan zes maanden op hetzelfde woonadres als de vrouw stond ingeschreven in basisregistratie personen (BRP). Daardoor voldeed de vrouw niet aan de voorwaarden van de IACK. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwerpt echter deze mechanische wetstoepassing. De fiscus negeert hier ten onrechte de bijzondere omstandigheden van deze zaak. De vrouw en haar dochter waren immers wel op hetzelfde briefadres ingeschreven. Daardoor was het gezamenlijke adres eenvoudig toetsbaar. Bovendien had de vrouw geen reëel alternatief voor het inwonen. Haar situatie is verder feitelijk gelijk aan de situatie waarvoor de IACK is bedoeld. Daarom kent de rechtbank haar de IACK toe.
Geef een reactie