De Belastingdienst heeft vragen en antwoorden gepubliceerd over de afkoop van een lijfrentepolis met een lage waarde.
Afkoop lijfrentepolis
Onder voorwaarden en binnen bepaalde grenzen zijn de premies voor een lijfrentepolis aftrekbaar als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Als de verzekerde echter niet meer voldoet aan de voorwaarde, kan de Belastingdienst dat fiscale voordeel keihard terugnemen. Bij een afkoop van een fiscaal gefacilieerde lijfrentepolis zijn bijvoorbeeld zowel de afgetrokken premies als het daarover behaalde rendement belast als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Bovendien zal de verzekerde 20% revisierente moeten betalen over de waarde van de afgekochte aanspraken.
Afkoop kleine lijfrente
Deze sanctie blijft echter in principe achterwege als:
- van de afgekochte aanspraak nog geen termijnen zijn vervallen;
- in een keer de uitbetaling van de afkoopsom plaatsvindt; en
- de waarde in het economische verkeer van de aanspraak hooguit € 4.547 (bedrag 2021) bedraagt. De Belastingdienst merkt deze waarde wel aan als een lijfrente-uitkering.
Moment berekening afkoopwaarde
De Belastingdienst behandelt de vraag op welk moment men moet toetsen of de afkoopwaarde binnen de grens van € 4.547 blijft. Daarvoor moet men kijken naar het tijdstip dat de afkoop direct voorafgaat. Daarbij gaat de fiscaliteit ervan uit dat de afkoop plaatsvindt op het tijdstip dat de verzekerde en de financiële instelling zijn overeengekomen. In de praktijk kan men doorgaans het bedrag van de afkoopsom toepassen die op de mededeling van de financiële instelling staat. Men dient wel erop te letten dat de wettelijke termijn voor het ingaan voor de lijfrente nog niet is verstreken. Bij die overschrijding wordt de rente namelijk geacht te zijn afgekocht. De afkoopregeling voor kleine lijfrenten is dan niet van toepassing.
Berekening van afkoopwaarde
Bij het toetsen aan de voorwaarden voor de afkoopregeling voor kleine lijfrenten moet men in principe de waarden van alle lijfrenten bij dezelfde financiële instelling optellen. Daarbij gaat het bovendien alleen om polissen waarvan nog geen termijnen zijn ingegaan. Lijfrenten waarop uitsluitend het pre-Brede Herwaarderingsregime van toepassing zijn, tellen evenmin mee. Het is overigens mogelijk dat de verzekerde verschillende polissen is aangegaan bij verschillende lichamen, die wel tot hetzelfde concern behoren. In deze situatie hoeft de verzekerde de polissen bij de verschillende concernlichamen niet bij elkaar op te tellen.
Niet afgetrokken lijfrente
Het is mogelijk dat de polishouder maar een deel van zijn betaalde premies kon aftrekken. Bijvoorbeeld doordat hij zijn jaarruimte heeft overschreden. De aftrekbaarheid van de premies is echter irrelevant voor de afkoopwaarde voor de afkoopregeling voor kleine lijfrenten. De integrale waarde van de polis mag de € 4.547 niet overtreffen.
Nabestaandenlijfrente
Een nabestaandenlijfrente kan toekomen aan meer dan een persoon. In dat geval moeten alle gerechtigden voor de aan hen toekomende waarde een lijfrente doen ingaan. Op ieder van die lijfrenten kan de afkoopregeling kleine lijfrenten eventueel van toepassing zijn. Zolang de waarde het maximum maar niet overschrijdt. Zodra iemand door het overlijden van een ander recht heeft gekregen op een nabestaandenlijfrente, kan hij deze fiscaal niet meer geruisloos omzetten in een ander type lijfrente. Bij het toetsen aan het maximum voor de afkoopregeling hoeft hij andere typen lijfrenten die bij dezelfde financiële instelling zijn ondergebracht, niet samen te tellen met de nabestaandenlijfrente.
Splitsing van lijfrente bij echtscheiding
De Belastingdienst gaat ook in op de gevolgen van een splitsing en toedeling van de lijfrente bij echtscheiding. Het is namelijk mogelijk een lijfrente te splitsen en tot de gewenste omvang toe te delen aan beide echtgenoten. Na de splitsing kan elk van de toegedeelde delen voor zich in aanmerking komen voor de afkoopregeling voor kleine lijfrenten. Er vindt geen samentelling met de lijfrente van de andere ex- echtgenoot plaats. Het is voor de toepassing van de afkoopregeling zelfs mogelijk de lijfrente niet eerst formeel in twee lijfrenten te splitsen. Maar dan moet in het echtscheidings- of verdelingsconvenant uitdrukkelijk zijn bepaald hoe men de lijfrente moet verdelen. Nadat het convenant definitief is geworden, kan voor iedere ex- echtgenoot de afkoopregeling voor kleine lijfrenten toepassen op het aan hem of haar toegewezen gedeelte of waarde van de lijfrente. Dit ondanks dat de lijfrente mogelijk formeel nog toekomt aan de ander.
Uitkering overtreft afkoopwaarde
Tussen het tijdstip waarop de afkoop is overeengekomen en het tijdstip van daadwerkelijke uitkering kan enige tijd zitten. Stel nu dat de uiteindelijke uitkering hoger is dan de afkoopwaarde. In dat geval heeft die hogere afkoopwaarde geengevolgen voor de afkoopregeling voor kleine lijfrenten.
Andere schending van voorwaarden
De afkoopregeling voor kleine lijfrenten geldt niet bij andere schendingen van de voorwaarden dan afkoop. Bij een andere vervreemding, belening, verpanding of bij overschrijding van de wettelijke termijn is de sanctie dus gewoon van toepassing.
Wet: art. 30i, eerste lid, onderdeel b AWR en art. 3.126a, vijfde lid en 3.133, tweede lid, onderdeel d en derde lid Wet IB 2001
Geef een reactie