In de Tax Talks Live uitzending van 23 november 2021 vatte Ruud de Smit MSc samen wat de gevolgen zijn van een recente conclusie van Advocaat-Generaal Niessen over de vermogensmix.
Op 1 november 2021 concludeerde Advocaat-Generaal (A-G) Niessen dat de vermogensmix in box 3 zowel in strijd is met het eigendomsrecht als met het gelijkheidsbeginsel. De A-G meent dat het aan de belastingrechte ris om rechtsherstel te bieden. Hij adviseert daarom de Hoge Raad om rechtsherstel te bieden door de vermogensmix van box 3-regime niet toe te passen. Zie ook ‘A-G adviseert Hoge Raad vermogensmix te negeren’. Als de Hoge Raad de conclusie overneemt, biedt dat meer mogelijkheden om met succes in beroep te gaan tegen de vermogensrendementsheffing. De Smit geeft aan dat een belastingplichtige twee stellingen kan opvoeren in zijn beroep tegen de vermogensrendementsheffing:
- De box 3-heffing is op stelselniveau in strijd met het Europees recht (waaronder eigendomsrecht en gelijkheidsbeginsel);
- De box 3-heffing vormt voor de belastingplichtige een individuele en buitensporige last. Dit standpunt kan een subsidiair standpunt zijn.
Gevolgen voor beroepsprocedures en massaal bezwaar
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat vanaf 2013 de box 3-heffing op stelselniveau in strijd is met het Europees recht. Zie NTFR 2019/1609 en ‘Heffing box 3 op stelselniveau schendt artikel 1 EP’.
Maar De Hoge Raad oordeelde ook dat de belastingrechter pas dient in te grijpen als tegelijkertijd sprake is van een individuele en buitensporige last. Neemt de Hoge Raad de conclusie van de A-G over? Dan zou dit volgens de Smit het volgende betekenen voor het massaal bezwaar en de beroepsprocedures tegen de box 3-heffing:
- De vermogensrendementsheffing over de jaren 2013 en 2016 is strijdig met het Europees recht, maar de belastingrechter kan geen rechtsherstel bieden.
- De vermogensrendementsheffing vanaf 2017 is in strijd met het Europees recht en de belastingrechter kan rechtsherstel bieden.
- Met betrekking tot alle jaren moet de rechter in individuele zaken aan de hand van de criteria van het arrest van de Hoge Raad van 2 juli 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1047) nagaan of sprake is van een individuele en buitensporige last.
- Voor belastingplichtigen die niet in bezwaar en beroep zijn gegaan tegen de box 3-heffing, heeft de conclusie van de A-G geen gevolgen. Hooguit de politiek kan nog ingrijpen.
Plannen voor box 3
De Smit gaat nog in op diverse plannen voor wijzigingen van box 3. Zo verwijst hij naar het plan om het werkelijk rendement te belasten. Daarbij voorziet de wetgever wel problemen met het belasten van vastgoed. Een oplossing zou zijn om beleggingsvastgoed over te brengen naar box 1. Het uitponden van onroerende zaken is daar immers ook belast. In dat geval ligt het ook voor de hand om de eigen woning in box 1 te houden in plaats van onder te brengen in box 3. Met al het vastgoed in box 1 zou een box 3-heffing op basis van werkelijk rendement mogelijk zijn.
Wet: art. 5.2 Wet IB 2001
Méér weten?
Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. Wekelijks (40x per jaar) wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95.
Geef een reactie