Is het forfaitaire rendement zoals berekend onder de Wet rechtsherstel box 3 niet significant hoger dan het werkelijk rendement? Dan kan volgens rechtbank Zeeland-West-Brabant nader rechtsherstel achterwege blijven.
De Belastingdienst heeft op grond van het Besluit rechtsherstel box 3, dat later is gecodificeerd in de Wet rechtsherstel box 3, de box 1-inkomens van een man over de jaren 2018 – 2020 vastgesteld op € 344, € 210 en € 88. De werkelijke renteopbrengsten over deze jaren zijn € 469, € 202 en € 86. De man meent dat hij recht heeft op nader rechtsherstel, maar zowel de inspecteur als de rechtbank is het daar niet mee eens. De rechtbank wijst erop dat het werkelijke rendement over 2018 het forfaitair rendement overtreft. Over de jaren 2019 en 2020 zijn de forfaitaire inkomsten wel hoger dan de werkelijk genoten interest. Maar daarbij gaat het om verschillen van € 8 respectievelijk € 2. Deze verschillen zijn volgens de rechtbank niet significant genoeg om de man recht te geven op nader rechtsherstel.
Geef een reactie