De verwerping van de herstelwetgeving zal volgens de staatssecretaris van Financiën grote budgettaire consequenties hebben.
Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 het discriminatieverbod schenden. Zie NDFR Nieuws 2024/993 en ‘HR: Wet rechtsherstel box 3 is ook discriminerend’. De staatssecretaris van Financiën heeft op dit arrest gereageerd. Hij stelt dat het arrest grote budgettaire gevolgen en consequenties voor de uitvoering door de Belastingdienst heeft. Het ministerie van Financiën zal de uitspraken en de gevolgen van de uitspraken nu bestuderen en in kaart brengen. Daarvoor zal naar verwachting zo’n acht weken de tijd nodig zijn. In de tussentijd hoeven belastingplichtigen niets te doen. Belastingplichtigen voor wie de uitspraak gevolgen heeft, krijgen eerst van de Belastingdienst een brief. Ten slotte constateert de staatssecretaris dat de uitspraak vooralsnog in lijn lijkt te zijn met wat er in het voorstel Wet werkelijk rendement box 3 wordt uitgewerkt.
Wet: art. 5.2 Wet IB 2001
Geef een reactie