Wie recht heeft op rechtsherstel in verband met het Kerstarrest, heeft in beginsel ook recht op een vergoeding van belastingrente.
Een vrouw is in beroep gegaan tegen de vermogensrendementsheffing over de jaren 2016, 2017 en 2018. Bij zijn oordeel verwijst Hof Arnhem-Leeuwarden naar het Kerstarrest. Voor meer informatie over het Kerstarrest, zie NTFR 2022/37 en ‘Hoge Raad vervangt vermogensmix door werkelijk rendement’. Het Kerstarrest heeft echter geen gevolgen voor aanslagen over jaren van vóór 2017. Bij oudere jaren moet sprake zijn van een individuele en buitensporige last, wil de belastingrechter in afwijking van de wet rechtsherstel bieden. Maar de vrouw maakt niet aannemelijk dat de box 3-heffing over 2016 voor haar een individuele en buitensporige last is geweest. De box 3-heffing over 2016 blijft dan ook in stand. Het hof oordeelt dat wel een vermindering moet plaatsvinden van de aanslagen over 2017 en 2018.
Vergoeding op grond van verdrag
De vrouw stelt daarnaast dat zij recht heeft op een vergoeding van belastingrente omdat zij onverschuldigde belasting heeft betaald. Maar de inspecteur betwist dat er een wetsbepaling is die hem verplicht in deze situatie de vrouw belastingrente te vergoeden. Het hof bevestigt dat een nationale regeling ontbreekt die de vrouw recht op een vergoeding van belastingrente geeft. Maar op grond van de Europese mensenrechten en rechtspraak heeft de vrouw wel recht op zo’n vergoeding. Heeft namelijk een schending plaatsgevonden van het Europees verdrag voor de rechten van de mens? En voorziet het nationale recht van de betrokken staat niet of slechts gedeeltelijk in rechtsherstel? Dan verplicht het verdrag deze staat tot het toekennen van een billijke genoegdoening aan de benadeelde. Deze situatie is hier aan de orde. Daarom moet de Belastingdienst de vrouw een vergoeding van belastingrente toekennen van in totaal € 1.686.
Protocol: art. 1 EP EVRM
Wet: art. 4:103 Awb, art. 30fe en 30hb AWR en art. 3 Wet rechtsherstel box 3
Geef een reactie