De omstandigheid dat bij particulieren een groot bedrag in contanten in hun woning wordt aangetroffen, vormt een aanwijzing dat deze particulieren geld witwassen.
In een strafrechtelijk onderzoek kreeg de FIOD een melding van een verdachte kluistransactie bij een bank. Naar aanleiding van deze melding deed de FIOD nader onderzoek naar twee ex-echtgenoten. Daarbij vond de FIOD in een kluis bij de bank een contant bedrag van € 101.665 en € 52.710 in contanten in een kluis in de woning van de ex-echtgenoten. Volgens de FIOD moeten deze contante bedragen afkomstig zijn uit enig misdrijf. De ex-echtgenoten hebben deze bedragen vervolgens buiten het zicht van de fiscus gehouden. Daarmee was sprake van witwassen.
Risico van contant geld vervoeren en bewaren
Rechtbank Overijssel gaat mee in de redenering van de FIOD. Dat de contanten in de kluizen zijn gevonden, suggereert dat fysiek vervoer heeft plaatsgevonden. Het fysiek vervoeren van grote contante bedragen brengt een aanzienlijk veiligheidsrisico mee. Verder wilde de man absoluut niet dat zijn naam op het huurcontract van de kluis kwam te staan. Volgens de rechtbank is bovendien algemeen bekend dat het hoogst ongebruikelijk is voor particulieren om veel contant geld in huis te hebben. Zij lopen dan immers het risico door diefstal het geld te verliezen. Het is ten slotte hoogst ongebruikelijk dat zulk geld op legale wijze is verkregen. Overigens hoeft voor een veroordeling voor witwassen niet vast te staan uit welk exact misdrijf het geld afkomstig is.
Geen geloofwaardige andere verklaring
De niet nader toegelichte verklaringen van de ex-echtgenoten dat het geld spaargeld en een erfenis betreft, vindt de rechtbank niet geloofwaardig. De inkomsten van de ex-echtgenoten zijn daarvoor te laag. Zij hebben evenmin een aangifte voor de erfbelasting vanwege overlijden ingediend. De rechtbank oordeelt dat sprake is van (medeplegen van) gewoontewitwassen. Daarom krijgt de vrouw een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd van zes maanden, evenals een taakstraf van 240 uren. De man krijgt een gevangenisstraf van twaalf maanden opgelegd. De rechtbank verbeurt ten slotte de in beslag genomen bedragen van € 101.665 en € 52.710.
Wet: art. 420bis WvSr
Bronnen: Rechtbank Overijssel 7 juli 2022 (gepubliceerd 27 juli 2022), ECLI:NL:RBOVE:2022:2158, 84.133565-21 (P) en Rechtbank Overijssel 7 juli 2022 (gepubliceerd 27 juli 2022), ECLI:NL:RBOVE:2022:2188, 84.132672-21 (P)
Geef een reactie