Soms volstaat de melding dat de belanghebbende het oneens is met de hoogte en totstandkoming van de (naheffings)aanslag.
In een zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een man bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De gemeente heeft dit bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet nader gemotiveerd zou zijn. Maar de man meent dat zijn bezwaarschrift wel voldoet aan de wettelijke vereisten. Dit bezwaarschrift bevat althans de naam van de indiener, een omschrijving van het besluit en de gronden. De wet vereist niet dat de gronden inhoudelijk juist zijn om als gronden te kwalificeren, aldus de man. Volgens hem heeft de gemeente zijn hoorrecht geschonden. De man vraagt daarom de rechtbank de zaak terug te verwijzen naar de heffingsambtenaar.
Bezwaarschrift is voldoende gemotiveerd
De rechtbank gaat mee met de argumenten van de man. In dit geval is niet te zeggen dat de gronden (volledig) ontbreken. In het bezwaarschrift is immers opgenomen dat de man het oneens is met onder meer de totstandkoming en hoogte van de naheffingsaanslag. Mede gelet op de aard van de bestreden beschikking, is dat een motivering die voldoende is om als ‘grond’ te kwalificeren. De gemeente wijst nog op de omstandigheid dat de man in het bezwaarschrift het heeft over ‘voorlopige gronden’. Ook heeft hij verzocht om uitstel van nadere motivering, maar deze uiteindelijk niet gegeven. Maar dat betekent niet dat het bezwaarschrift niet voldoet aan de motiveringseis. Al met al is geen sprake van een verzuim dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk maakt. De rechtbank verwijst daarom de zaak terug naar de gemeente om alsnog op het bezwaarschrift te beslissen.
Geef een reactie