In een onlangs gepubliceerde zaak vernietigde Rechtbank Noord-Nederland een vergrijpboete die de Belastingdienst had opgelegd. De vernietiging vindt verrassend genoeg niet plaats omdat de fiscus het vergrijp te zwaar heeft bevonden. Integendeel, de rechtbank oordeelt dat hier sprake was van opzet in plaats van grove schuld.
De zaak voor de rechtbank betrof een in de vorm van een maatschap gedreven accountants- en belastingadvieskantoor. Dit kantoor stelde haar eigen jaarrekeningen op en verzorgde haar eigen btw-aangiften. Tijdens een boekenonderzoek bleek het kantoor over de jaren 2014 tot en met 2016 in totaal ruim € 40.000 aan btw te weinig hebben afgedragen. De Belastingdienst legde daarom de maatschap naheffingsaanslagen op. Ook legde de fiscus vergrijpboetes op van 25% van de na te heffen omzetbelasting. Daarbij nam de inspecteur het standpunt in dat sprake was van grove schuld. Volgens een medewerkster van de belastingdienst was zelfs een boete voor opzet heel goed te verdedigen.
Opzet in plaats van grove schuld
Wanneer de maatschap in beroep gaat, oordeelt de rechtbank dat de inspecteur aannemelijk moet maken dat hij terecht een boete heeft opgelegd. Daarom moet hij van de rechtbank bewijzen dat sprake is van grove schuld. De rechtbank benadrukt hierbij dat grove schuld en opzet twee afzonderlijke begrippen zijn. Het verwijt van opzet impliceert dus geen verwijt van grove schuld. Uit het controlerapport haalt de rechtbank dat de maatschap wist dat de btw-aangiften onjuist waren. Dat betekent dat sprake was van opzet. De rechtbank stelt dat daarmee niet tevens sprake was van grove schuld. Omdat de Belastingdienst geen grove schuld heeft bewezen, vernietigt de rechtbank de vergrijpboete. De maatschap hoeft dus helemaal geen boete te betalen.
Geen reparatie
Overigens was de uitkomst anders geweest als de inspecteur primair had gesteld dat sprake was van opzet en subsidiair dat sprake was van grove schuld. Maar deze fout mag hij niet achteraf repareren door ten onrechte uit te gaan van de kwalificatie grove schuld en als strafverzwarende omstandigheid aan te voeren dat de maatschap bewust te weinig omzetbelasting heeft betaald. Zo luidt de uitleg van de rechtbank.
Geef een reactie