Een bestuurder die een lege bv een projectovereenkomst laat sluiten met gelieerde vennootschappen, pleegt daarmee onbehoorlijk bestuur.
Een man was sinds eind november 2002 de formele bestuurder van een bv. Daarnaast was hij vanaf 1 januari 2008 samen met zijn zoon via een holding bestuurder van twee vennootschappen. Deze twee vennootschappen gingen op 1 juli 2010 een projectontwikkelingsovereenkomst aan met de bv van de man. De bv kwam echter in financiële problemen. De man deed op 12 februari 2015 een melding betalingsonmacht voor zijn bv. Toch stelde de ontvanger van de belastingen de man aansprakelijk. Omdat de man tijdig een melding betalingsonmacht had gedaan, moest de ontvanger bewijzen dat het niet betalen van de belastingen voortvloeide uit onbehoorlijk bestuur.
Bv was lege huls
De ontvanger stelt dat de man als bestuurder van de bv ervoor heeft gezorgd dat zijn bv feitelijk een lege huls was. De bv beschikte namelijk niet over de liquide middelen om de projecten te financieren. Zij had (nagenoeg) geen eigendomsrecht van zaken en had evenmin personeel in dienst. Verder was de bv een te lage managementfee met de twee vennootschappen overeengekomen. Deze vennootschappen betaalden deze fee overigens niet. De man gaf toe dat hij in volledige derdenverhoudingen de bv nooit zo’n risico had laten lopen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant haalt uit dit alles dat geen redelijk denkend bestuurder zo gehandeld zou hebben als de man. Daarmee is aannemelijk dat het onbehoorlijk bestuur van de man de oorzaak is dat de bv haar belastingschulden niet kan betalen. De rechtbank laat de aansprakelijkstelling in stand.
Wet: art. 36 Iw 1990
Geef een reactie