Als de inspecteur tijdens een beroepsprocedure weigert de rechter te voorzien van bepaalde informatie, schendt hij daarmee het inzagerecht. Het is dan vervolgens aan de belastingrechter om daar gevolgen aan te verbinden. Deze gevolgen vallen echter soms tegen voor de belanghebbende.
Zo moest Hof Arnhem-Leeuwarden onlangs in drie zaken beoordelen welk gevolg passend was voor het anoniem houden van een tipgever. De geheimhoudingskamer had eerder al geoordeeld dat er onvoldoende reden was om de identiteit van de tipgever geheim te houden. De Belastingdienst gaf echter geen gehoor aan deze beslissing. Het hof constateert dat de gegevens die de tipgever heeft verstrekt aan de inspecteur een vrouw noemen als rekeninghouder. Deze vrouw bevestigde dat zij inderdaad een verzwegen rekening had. Een onderzoek naar de volledige juistheid van de gegevens van de tipgever is daarom niet nodig. Het niet kunnen horen van de tipgever is dus evenmin noodzakelijk, aldus het hof.
Geen uitsluiting bewijsmateriaal
Vervolgens oordeelt het hof dat het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal niet per definitie is uitgesloten. In het belastingrecht gelden minder strengere eisen voor bewijsmateriaal dan in het strafrecht. Het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs is alleen uitgesloten als de inspecteur dit bewijs heeft verkregen op een bepaalde manier. Namelijk een manier die zozeer indruist tegen wat men mag verwachten van een behoorlijk handelende overheid, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar is. Het hof meent dat deze situatie zich hier niet voordoet. De Belastingdienst heeft de gegevens van de tipgever alleen gebruikt voor de identificatie van de vrouw als houder van een Luxemburgse bankrekening. Met het gebruik van deze gegevens kan de inspecteur een overheidstaak vervullen: het correct vaststellen van de belastingschuld. De vrouw heeft dit door het verzwijgen van de rekening bemoeilijkt. Het hof verklaart het beroep van de vrouw ongegrond.
Wet: art. 8:31 Awb
Bronnen: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 mei 2020 (gepubliceerd 5 juni 2020), ECLI:NL:GHARL:2020:4155, 17/00357 tot en met 17/00370, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 mei 2020 (gepubliceerd 5 juni 2020), ECLI:NL:GHARL:2020:4156, 17/00371 tot en met 17/00375 en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 mei 2020 (gepubliceerd 5 juni 2020), ECLI:NL:GHARL:2020:4165, 17/00376 tot en met 17/00382
Geef een reactie